Teksten van Burgerhuis in beaux-artsstijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7293

Burgerhuis in beaux-artsstijl ()

Burgerhuis in beaux-artsstijl, voor eigen rekening gebouwd door de aannemer Eugène Van Beylen, naar een ontwerp uit 1913. Van Beylen diende met twee maanden tussentijd twee bouwaanvragen in voor dit perceel: de eerste voor een conventioneel type burgerhuis met een lateraal trappenhuis, de tweede voor de huidige bel-etagewoning met een centrale traphal. Aangezien de aannemer pas vier jaar eerder een eigen woning had opgetrokken in de Arthur Goemaerelei, lijkt het pand als vastgoedinvestering bedoeld te zijn geweest, bestemd voor verhuur of verkoop.

De rijwoning met een gevelbreedte van drie traveeën, telt vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). Volledig opgetrokken uit natuursteen, beantwoordt de statige lijstgevel aan een regelmatig compositieschema met een drieledige opbouw, en een aan de régencestijl ontleend decor. Waar zowel de gedrongen pui en als de hoge bel-etage zich onderscheiden door schijnvoegen, flankeren kolossale Ionische pilasters de twee bovenste verdiepingen, afgewerkt met een klassiek hoofdgestel. De klemtoon ligt op de bel-etage, die als een gevelbrede bow-window is uitgewerkt, bekroond door een smeedijzeren borstwering. De getoogde vensters van de hogere verdiepingen hebben een geriemde omlijsting met waterlijst en een paneel op de borstwering. Het gevernist houten schrijnwerk van de deur en vensters is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk.

De plattegrond volgt de typologie van de bel-etagewoning, gericht op een welstellende levensstijl met inwonend personeel. Een ruime traphal met bovenlicht deelt de woning centraal over de volledige breedte op, ontdubbeld door de diensttrap. Volgens de bouwplannen omvat de lage begane grond, behalve de koetspoort, verder de spreekkamer en de keuken met pomphuis. Op de bel-etage neemt het ontvangstsalon over de volledige breedte de straatzijde in, en de eetkamer met office en terras de tuinzijde. De tweede verdieping omvat een privésalon en de grote slaapkamer met en suite badkamer. De overige slaapkamers en de meidenkamers bevinden zich op de derde verdieping en de mansarde. Een afgeschuind paviljoen dat achteraan tegen de woning aanleunt herbergt de garage, met het chauffeursverblijf op de verdieping.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1913#3830 en 1913#4328.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2012: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/141360 (geraadpleegd op ).


Neoclassicistisch burgerhuis ()

Enkelhuis in neoclassicistische stijl uit begin 20ste eeuw. Natuurstenen lijstgevel van drie traveeën en vier bouwlagen. Gebogen, gevelbrede en hoge erker, op bel-etage met bekronende ijzeren balkonleuning. Diverse muuropeningen.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7293 (geraadpleegd op ).