erfgoedobject

Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl

bouwkundig element
ID
7294
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7294

Juridische gevolgen

Beschrijving

Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl, gebouwd in opdracht van Edmond Coppens en de aannemer Eduard Van Biesen, naar een ontwerp door de architect Edmond Lauwens uit 1910 (inscriptie). Coppens en Van Biesen, die in 1911 nog twee woningen van dit type realiseerden aan de overzijde van de Markgravelei, waren afgevaardigd beheerders van de Bouwmaatschappij "Berchem’s Toekomst". Deze onderneming bouwde in dezelfde periode onder meer ook het hotel-restaurant "Au Rond Royal" in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". De jonge Lauwens, die als architect bij alle drie de bouwprojecten betrokken was, stond op dat moment aan het begin van zijn loopbaan. Vóór de eerste Wereldoorlog varieerde zijn architectuur van neorégence tot een gematigde of uitgesproken art-nouveaustijl. Het tweede bouwproject in de Markgravelei leidde tot een conflict tussen Lauwens en Van Biesen, dat mogelijk het einde van hun samenwerking betekende.

Met een gevelbreedte van elk twee ongelijke traveeën, tellen de rijwoningen drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De volgens spiegelbeeldschema gekoppelde lijstgevels zijn opgetrokken uit witte tot lichtgrijze baksteen in kruisverband, contrasterend verwerkt met antracietkleurige baksteen voor speklagen en onderdorpels, op een arduinen plint. Van natuursteen is ruim gebruik gemaakt voor structurele onderdelen als de pui, dorpels, waterlijsten, vensterposten, steigergaten en ornamenten. Hybride van karakter leunt de architectuur aan bij de florale strekking in de art nouveau, wat vooral tot uiting komt in de dynamische zweepslagstijl van het smeedwerk. Ondanks een gelijkaardig compositieschema dat de interieurindeling weerspiegelt, vertonen beide opstanden een opmerkelijke variatie in de vorm en plaatsing van de muuropeningen, en in de detaillering.

Waar de opdeling tussen de pui en de bovenbouw nog wordt geaccentueerd door het materiaalgebruik, legt de asymmetrische compositie in beide gevallen de klemtoon op het brede zijrisaliet. Dat laatste wordt gemarkeerd door drielichten of brede boogvensters, en driezijdige balkons met een smeedijzeren borstwering. Het rechter pand (nummer 106) onderscheidt zich vooral door zijn expressievere gevelbekroning : dakvensters, postamenten en een gebroken kroonlijst genereren een speels silhouet. Rijker van ornamentatie onderscheidt de pui zich hier door maskerkoppen, boven de deur verwerkt tot een vegetale compositie die doorloopt in de imposten. Wat eenvoudiger van opzet vallen in het linker pand (nummer 108) vooral de vloeiende lijnvoering van de balkonconsole op, en het hoefijzerboogvormige drielicht van de bovenste verdieping. Het houten schrijnwerk van de fraaie deuren, de vensters met typische roedeverdeling en de dakkapellen is in beide panden bewaard. De sgraffito’s die het gevelontwerp telkens in de fries voorzag, zijn verdwenen.

Beide woningen hebben een identieke plattegrond die aan de klassieke typologie van het burgerhuis beantwoordt, bestaande uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol. Volgens de bouwplannen wordt de enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, op de begane grond geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis en de keuken. Beide bovenverdiepingen omvatten twee kamers van gelijke grootte en een 'cabinet de toilette' in de voorbouw, aangevuld met een derde kamertje in de achterbouw. Mansardekamers en de zolder nemen het dakniveau in.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1910#1619.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7294 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.