In 1886 opgetrokken burgerwoningen van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak, met een gecementeerde lijstgevel in neoclassicistische stijl, gekenmerkt door een rechthoekige deur en venster in vlakke, hardstenen omlijsting, licht getoogde en geriemd omlijste vensters met rocaillesluitsteen in de bovenbouw, en een balkon op voluutconsoles met fraaie gietijzeren balustrade. De gevel wordt horizontaal geleed door de hardstenen plint met keldergaten, uitspringende lekdorpels die ter hoogte van de tweede bouwlaag als cordon uitgewerkt zijn en de geprofileerde kroonlijst op klossen.