Burgerhuis in eclectische stijl, volgens de bouwaanvraag van 1909 opgetrokken door A.J. van Nassau. Deze is mogelijk te identificeren met de metser Adrianus Joannes van Nassau (°Roosendaal en Nispen, 1868), die zich in 1882 vanuit zijn geboorteplaats in Antwerpen gevestigd had. Hij huwde in 1897 te Antwerpen met Wilhelmina Govers (°Roosendaal en Nispen, 1868), en kreeg een dochter Cornelia Wilhelmina Joanna, geboren te Antwerpen in 1900. Zijn weduwe hertrouwde in 1912 te Antwerpen met de timmerman Jacobus Verlegh (°Antwerpen, 1882).

Met een gevelbreedte van drie traveeën, telt de rijwoning een souterrain, drie bouwlagen en een zadeldak (pannen). De lijstgevel beantwoordt aan een conventioneel, door de puilijst geleed compositieschema, dat de klemtoon op de middenas legt. Opgetrokken uit witte Silezische baksteen in kruisverband, worden de ontlastingsbogen, de onderdorpels en het hoofdgestel kleurrijk geaccentueerd door een contrastrijk gebruik van blauwe, rode, en gele baksteen. Daarbij springt vooral het geometrisch patroon van de fries in het oog. Van arduin is gebruik gemaakt voor de hoge plint met diamantkoppen, de kordons en speklagen en de diamantkopsleutels. Een centrale rechthoekige houten erker met wortelmotieven en een gebuikt gietijzeren balkon markeert de eerste verdieping. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters met typische roedeverdeling is bewaard, evenals de ijzeren keldertralies.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Volgens de bouwplannen wordt op de begane grond de suite van salon en eetkamer, geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis en de office. Oorspronkelijk bevond de keuken zich vooraan in het souterrain. De bovenverdiepingen omvatten vermoedelijk een voor- en een achterkamer, met de badkamer of een 'cabinet de toilette' in de achterbouw.