Voormalige "School nr. 9", ook Koning Albertschool genoemd, in 1923 naar ontwerp van J. Van Neck als 4de-graadschool voor jongens gebouwd, naast het voormalige Craenendonckcollege (1762, architect J.-A. Hustin) dat in 1971 samen met het nachtverblijf De Vleeschouwer-Remy gesloopt werd om plaats te maken voor de nieuwbouw van het huidige cultureel centrum "de Minnepoort" (1976, L. Renier).

Door een voortuin van de straat gescheiden complex in typische interbellumstijl, gevormd door een hoofdvleugel met lagere aanbouw, een haakse verbindingsvleugel en een gebouwenblok rond een overdekte binnenkoer aan de zijde van Craenendonck. Hoofdvleugel van twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met vijf dakkapellen, gevat tussen aandaken met top- en schouderstukken. De lijstgevel wordt gekenmerkt door vijf brede traveeën met drielichtvensters in similiomlijsting, in de linkse travee uitgewerkt als rondboog- (begane grond) en balkonvensters (tweede bouwlaag), en in de tweede travee voorzien van een fraai toegangsportaal, gevormd door een rondboogdeur in een omlijsting van oplopende pilasters in similisteen, een houten hoofdgestel met trigliefen en een balustrade als fries, en rond het boogveld een geriemde omlijsting op klossen met vleugelstukken.

De éénlagige aanbouw tegen de hoofdvleugel wordt gekenmerkt door een hoge, natuurstenen plint met keldergaten, en grote vensters die tot in het dak doorlopen en afgewerkt zijn als dakvensters onder een zadeldak met schild, rustend op de langgerekte consoles van de vensteromlijstingen in een similisteen. De penantengevel aan de zijde van Craenendonck telt vijf traveeën, een souterrain en drie bouwlagen, en wordt horizontaal geleed door een hoge plint in witte steen met steekboogvormige souterrainvensters, hardstenen cordons, dito banden, en een ver uitkragende kroonlijst op modillons. Voorts verticale ritmering door de oplopende penanten waartussen rechthoekige vensters met hardstenen lekdrempels en verdiepte borstweringen die, net zoals de hoeken van de penanten, versierd zijn met patronen in baksteenmetselwerk, in navolging van de Amsterdamse School. De bovenste bouwlaag - later toegevoegd - wordt verlicht door vensters met een hardstenen omlijsting en doorgetrokken lekdrempels op consooltjes.

Interieur

In heel het gebouw heerst een lichte en luchtige sfeer, door het open karakter van gangen en klaslokalen die visueel met elkaar verbonden zijn door grote vensterpartijen. Monumentale inkom- en trappenhal, heden als tentoonstellingsruimte gebruikt, met granito-vloeren en brede trappen met smeedijzeren balustrade en houten handlijst; brede gangen, met zicht op de binnenkoer; en ruime klaslokalen die mede door de vensters aan de zijde van de gang, langs twee zijden verlicht zijn.