Twee enkelhuizen uit 1930, door F. Baeb ontworpen als een geheel van drie bouwlagen onder een zadeldak, met een sokkelvormige onderbouw van vijf traveeën, een bovenbouw van drie traveeën. De onderbouw is duidelijk horizontaal geleed door de hardstenen plint met keldergaten, de uitspringende lekdrempels en lateien van de deuren en de oorspronkelijke garagepoort (sinds 1932 vitrine), en de betonnen puilijst. In de bovenbouw daarentegen overheersen de verticale lijnen van de oplopende pilasters met muizentandfries en de doorlopende tussenstijlen van de drielichten. De erkers van nummer 18 werden in 1936 toegevoegd en de dakkapellen dateren respectievelijk van 1965 (nummer 16) en 1970 (nummer 18).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)