Burgerhuis in art-nouveaustijl, voor eigen rekening gebouwd door de aannemer Arthur Bernaerts, naar een ontwerp uit 1912. Samen met deze woning werd op het aanpalend perceel een veeleer conventioneel burgerhuis opgetrokken (voorheen Markgravelei 144), dat de aannemer eerder in 1912 had ontworpen voor de weduwe Eugène Herfurth-Bernaerts, vermoedelijk een naaste verwante. Dit laatste verdween in de jaren 1960 voor een nieuwbouwflat. Bernaerts bouwde vóór de Eerste Wereldoorlog meerdere panden in deze wijk, waaronder een eclectisch burgerhuis hogerop in de Markgravelei. Deze waren vermoedelijk bedoeld als vastgoedinvestering, en bestemd voor verhuur of verkoop. Naar stijl en volume vertoont het gebouw een zekere verwantschap met het tegenoverliggende hotel Ceulemans, dat een jaar eerder door de architect Jacques De Weerdt was ontworpen.
Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en vier bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een sober maar verzorgd parement uit natuursteen, op een arduinen plint. In overeenstemming met de interieurindeling legt de asymmetrische compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat op de twee bovenverdiepingen wordt doorbroken door raampartijen in een oplopende korfboognis. Verder wordt de gevel geleed door de puilijst en de houten kroonlijst met consoles, en onderscheidt de lagere bovenste verdieping zich met een rijtje steekboogvensters als een soort mezzanine. Naast deze veeleer onconventionele ordonnantie met een karakteristieke variatie van boogramen, komt het art-nouveaukarakter vooral tot uiting in de detaillering, die de geometrische met de zweepslagstijl vermengt. Tot de eerste categorie behoren de uitgelengde cirkelmedaillons die de penanten van het risaliet en de mezzanine versieren, tot de tweede categorie de typisch geprofileerde lekdrempels, waterlijsten en sluitstenen, het fraaie houten schrijnwerk van de deur en vensters, en het smeedijzer van het traliewerk en de borstweringen. Meest opvallend zijn de waaiermotieven waarmee de centrale deur met middenkalf is vormgegeven, de ovalen in de roedeverdeling van de vensters en het bovenlicht, en de verstrengelde curven van de borstweringen. Twee zijramen behielden hun glas-in-loodramen.
Het statige gevelfront verhult een schuin toelopende plattegrond, die beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis. Volgens de bouwplannen bood het souterrain oorspronkelijk ruimte aan twee ‘kabinetten’ en de keuken met keukenlift. Op de begane grond wordt de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer, veranda en terras, geflankeerd door de spreekkamer en de vestibule, de ruime traphal en de office. De eerste verdieping telt drie slaapkamers, met een half overluifeld terras aan de tuinzijde. Vermoedelijk heeft de tweede verdieping eenzelfde indeling, en omvat de mezzanine de meidenkamers en zolders.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2012: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/141334 (geraadpleegd op ).
Dubbelhuis van vier bouwlagen met wisselende travee-indeling onder plat dak, sierlijke art nouveau mogelijk van 1912 (zie niet éénvormig uitgevoerde bouwaanvraag). Natuurstenen lijstgevel met verhoogde begane grond en licht uitspringend rechter deel. Arduinen sokkel met rechthoekige keldervensters, geprofileerde puilijst, gestileerde art-nouveaumotieven en smeedijzerwerk, houten kroonlijst. Diverse muuropeningen onder waterlijstjes, onder meer merkwaardige ovale vensters in eerste travee, originele en stijlvolle roedeverdeling. Oorspronkelijke getoogde deur met ovale glaspartij en prachtig houtsnijwerk.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7307 (geraadpleegd op ).