Pakhuis gebouwd in opdracht van de heer F. Bogemans, naar een ontwerp door de aannemers Louis Marie Corneel Buisseret en Frans Verhoeven uit 1902. Buisseret en Verhoeven waren vermoedelijk van 1901 tot 1919 geassocieerd, in opvolging van de aannemer Louis Corneel Buisseret-Fierens.

Langgerekt gebouw op een rechthoekige plattegrond, drie traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat). De puntgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door zwarte en gele baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen en doorgetrokken booglijsten, en verankerd door smeedijzeren sierankers. Van blauwe hardsteen is spaarzaam gebruik gemaakt voor de plint, de rechtstanden van de inrijpoort en lekdrempels. Axiaal van opzet, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema van getoogde muuropeningen, met laadluiken en een hijsbalk in de middenas. Inrijpoort en een getralied venster op de begane grond. Verkleinende laadluiken en zijvensters met gemetselde onderdorpels op de bovenverdiepingen. De hijsbalk met takelsysteem wordt beschermd door een houten afdakje. Een kepervormige houten kroonlijst op gestrekte uiteinden vormt de gevelbeëindiging. Houten luiken en vensters met kleine roeden.

Pakhuis van drie traveeën en drie bouwlagen, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Verankerde, bakstenen puntgevel met getoogde muuropeningen, opvallende muurankers en bewaard takelsysteem.