Herenhuis in eclectische stijl naar een ontwerp door de architect Emile Thielens uit 1890, in de gevel gedateerd 1891. Opdrachtgever was E. Niguet, vermoedelijk uitbater van de chemiserie Niguet Frères gevestigd Huidevettersstraat 2-4. Al in 1885 had deze een eerste bouwproject ingediend voor dit perceel, een hotel in neorenaissancestijl met een rond arkeltorentje naar ontwerp van de architect Frans De Meyer, dat allicht geen doorgang vond.

Het hotel Niguet behoort tot de vroege zelfstandige opdrachten van Emile Thielens, die na zijn architectuurstudies jarenlang in dienst werkte van de architecten Louis en François Baeckelmans, en vervolgens van Jules Bilmeyer en Joseph Van Riel. De eclectische inslag van het ontwerp is representatief voor het vroege oeuvre van de architect, gekenmerkt door het simultaan voorkomen van diverse neostijlen met klassieke inslag. Vooral gekend voor zijn veelal pittoreske gebouwen van de Antwerpse Zoo, zette Thielens omstreeks 1900 voorzichtige stappen richting art nouveau, om kort voor zijn overlijden terug te keren tot een monumentale beaux-artsstijl. Tot zijn belangrijkste realisaties uit de latere jaren 1890 behoren de Feestzalen van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde en het in Franse neorenaissancestijl ontworpen kantoorgebouw van de Imperial Continental Gas Association op de Meir.

Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat het voorname rijhuis een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel is opgedeeld in een sokkelvormende begane grond met een geblokt parement uit blauwe hardsteen, en de bovenverdiepingen met een bepleisterde en beschilderde afwerking. Horizontaal geleed door de puilijst, doorgetrokken balustraden, en het klassieke, gekorniste hoofdgestel, legt de compositie de klemtoon op het twee traveeën brede middenrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door een balkon met gevleugelde leeuwen aan de uiteinden, en kolossale composiete pilasters. Kenmerkend is het rijke stucdecor, onder meer met geblokte hoekpilasters, diamantkoppen, cartouches en rankwerk op de middenpenant. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, op de bovenverdiepingen geflankeerd door pilasters die achtereenvolgens een trigliefenfries en boogvelden met rozet ondersteunen. Rechthoekig portaal met middenkalf, bovenlicht en bewerkte houten vleugeldeur in de rechter travee. Het vensterschrijnwerk is vernieuwd met behoud van de rolluikkasten; smeedijzeren keldertralies en voetschraper.