Gekoppelde, eclectische burgerhuizen, oorspronkelijk met pianohandel, naar een ontwerp door de architect Victor Van Horenbeeck uit 1906 (gevelsteen). Opdrachtgever was Eugène Lemoine, zaakvoerder van de pianohandel Eug. Lemoine & Fils, later Eug. & Rob. Le Moine. Opgericht in 1892, legde de zaak zich toe de verkoop, ruil, en huur van nieuwe en tweedehands piano’s, phonola’s en harmoniums, verder het stemmen van piano’s en herstellingen in eigen werkplaats. Van de in Berchem gevestigde Van Horenbeeck zijn tot op heden slechts een beperkt aantal gelijkaardige woningen uit de vroege 20ste eeuw weinig gekend, met name in de Zénobé Grammestraat en de Stanleystraat.

Met een gevelbreedte van in totaal vijf traveeën, omvat het geheel vier bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel is opgetrokken uit witte Silezische brikken, ruim verwerkt met contrasterende blauwe hardsteen voor de geboste pui en risalieten, speklagen en kordons, lateien, hoekblokken en balkons. Symmetrisch van opzet en horizontaal geleed door doorgetrokken balustraden en het klassieke hoofdgestel, wordt het gevelfront gemarkeerd door twee zijrisalieten met portaal. Balkons met zware consoles bepalen het alternerende ritme van de twee hoofdverdiepingen. Verder is de opstand opgebouwd uit regelmatige registers van steekboogopeningen op de begane grond en rechthoekige vensters op de verdiepingen. De winkelpui met I-balk dateert van een latere verbouwing; het schrijnwerk is vernieuwd.

De gekoppelde rijwoningen, respectievelijk twee en drie traveeën breed, beantwoorden volgens de bouwplannen aan de klassieke typologie van het burgerhuis. Bestaande uit een voorbouw met zijdelings trappenhuis en een smalle achterbouw in entresol, tellen zij per verdieping drie tot vier kamers. Het bredere rechter pand, dat toegang geeft tot de pianohandel en allicht als eigen woning voor de bouwheer bestemd was, heeft de keuken en eetkamer in het souterrain. Geflankeerd door de vestibules en trappenhuizen van beide woningen, wordt de begane grond ingenomen door de toonzaal met bovenlicht en de kantoren van de pianohandel, waarvan de werkplaatsen een onderkelderd bijgebouw van twee bouwlagen achteraan op het perceel innemen.

Rijhuis van vijf traveeën en vier bouwlagen, te dateren circa 1900. Bakstenen lijstgevel met lichte zijrisalieten; gebruik van natuursteen voor balkons, banden, kordons en lekdrempels. Rechthoekige vensters. Latere winkelpui.