erfgoedobject

Appartementsgebouw in art-decostijl

bouwkundig element
ID
7316
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7316

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Appartementsgebouw in vroege art-decostijl naar een ontwerp door de architecten Jan Vanhoenacker, John Van Beurden en Jos Smolderen uit 1922. Opdrachtgever van dit vastgoedproject, waarvan het programma een winkel en zeven huurflats omvat, was Armand Frans Henri Janssens (1890-1963), voorzitter van het “Terminus Palace Hotel”, van de maatschappij Les Grands Hôtels Modernes Belges en het bouwbedrijf Comptoir Général du Bâtiment. Dit laatste bouw- en vastgoedbedrijf zou in 1928-1932 de hoogbouwflat "Résidence Isabelle" aan de Isabellalei tot stand brengen. Bezweken onder zijn hoge investeringslast als gevolg van de economische crisis, richtte hotelier en bouwpromotor Janssens in 1935 de rechts-populistische politieke partij de Realistische Beweging op, die slechts een kortstondig bestaan kende.

Het omstreeks 1980 verdwenen “Terminus Palace Hotel”, gebouwd naar een ontwerp van de architect Joseph Hertogs uit 1902, en gelegen aan het begin van de Pelikaanstraat tegenover het Centraal Station, behoorde tot de meest luxueuze hotels van Antwerpen. Onder het bestuur van Armand Janssens, werd het hotel met het oog op de Wereldtentoonstelling van 1930 uitgebreid met het prestigieuze ”Century Hotel” aan de De Keyserlei, een hoogbouwcomplex dat Vanhoenacker en Van Beurden samen met de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck tot stand brachten, en met het ”Century Tourist Hotel” in de Pelikaanstraat, waarvoor enkel Vanhoenacker tekende. Alvorens opdracht te geven tot het ontwerp van het appartementsgebouw aan de Mechelsesteenweg, had Janssens in 1920 het pas opgerichte bureau Vanhoenacker, Van Beurden en Smolderen al geëngageerd voor verbouwingswerken in het "Terminus Palace Hotel".

Vanhoenacker, Van Beurden en Smolderen, associés sinds 1920 tot omstreeks 1930, waren aanvankelijk vooral actief in de wederopbouw van de Westhoek. Tot hun belangrijkste realisaties behoort het in 1924 ontworpen hotel Jussiant in de Arthur Goemaerelei. Vanhoenacker tekende in 1928 met Smolderen en Emiel Van Averbeke nog voor de Boerentoren op de Schoenmarkt, en zoals hoger vermeld in 1929 met Van Beurden en het architectenbureau Cols en De Roeck voor het “Century Hotel”. Smolderen van zijn kant was al in 1926 aangesteld als hoofdarchitect van de Wereldtentoonstelling van 1930. Het appartementsgebouw Janssens is een vroeg en representatief voorbeeld van de grootstedelijke architectuur in art-decostijl, die Vanhoenacker, Van Beurden en Smolderen in de loop van de jaren 1920 ontplooiden, zowel voor residentiële als mercantiele bouwprojecten. Naar vormgeving en decorum is het complex verwant met de in 1925 ontworpen ”Commercial Building” aan het Falconplein. Het ontwerp van het zeven verdiepingen hoge gebouw, kwam in de loop van 1922 in vier opeenvolgende versies tot stand, waarvan de evolutie zich vooral toespitste op het gevelfront en de indeling van de flats. Aangevat na het verkrijgen van de bouwvergunning midden juni 1922, werd de bouw wegens vastgestelde afwijkingen in het najaar stilgelegd, en op basis van aangepaste bouwplannen hervat begin 1923, om vermoedelijk nog datzelfde jaar te worden voltooid.

Architectuur

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat het gebouw acht bouwlagen onder een plat dak. Waar voor de constructie een structuur uit gewapend beton volgens het systeem Hennebique is toegepast, werd het gevelfront afgewerkt met een cementbepleistering in ‘simili pierre’, boven een met marmer beklede pui. In de eerste versie van het ontwerp beantwoordde de gevelopstand aan een asymmetrisch compositieschema, bepaald door een over drie verdiepingen oplopende bow-window in de brede linker travee, afgewerkt met twee getrapt terugwijkende topgeledingen. Drie gekoppelde bow-windows en een leien pseudo-mansarde met dakkapellen kenmerkten de tweede en derde ontwerpversie. Pas in de vierde en definitieve versie werd de gevelbrede bow-window oplopend over de eerste tot derde verdieping geïntroduceerd, die het hoofdkenmerk van de compositie uitmaakt. Hogerop wordt de opstand geritmeerd door de kolossale pilasters van de vierde en vijfde verdieping, en de postamenten van de gevelbrede balkons met smeedijzeren borstwering ter hoogte van de zesde en zevende verdieping. Kenmerkend voor de vroege art deco zijn de gecanneleerde penanten en driezijdige borstweringen van de bow-window, de plastische bloemenguirlandes die de latei van de pui en de basis van de bow-window versieren, de flankerende medaillons op de borstweringen, de Ionische kapitelen en parellijsten van pilasters en postamenten. Het houten schrijnwerk van de winkelpui die doorloopt over de volledige lengte van de passage is bewaard, met inbegrip van de kleurrijke glas-in-loodramen in het bovenlicht evenals de inkomdeur van de appartementen; het vensterschrijnwerk van de bow-window is vernieuwd.

Langgerekt en rechthoekig van vorm, wordt de plattegrond in het centrum opgedeeld door de gemeenschappelijke traphal met lift geflankeerd door een lichtschacht; een tweede, kleinere lichtschacht ontsluit de achterbouw. De winkelruimte met kantoor en achterliggend magazijn met bovenlicht neemt over de volledige oppervlakte van het perceel de begane grond in, geflankeerd door een open passage die naar de inkomhal leidt. In de eerste drie versies van het ontwerp beschikte de winkel over een souterrain met centrale trap, en nam een winkelwoonst de ruimte van het magazijn in. De appartementen die telkens een volledige verdieping beslaan, hebben eenzelfde indeling, met volgens de definitieve bouwplannen in de voorbouw de vestibule, de eetkamer en de woonkamer. Ontsloten door een lange gang biedt de achterbouw achtereenvolgens ruimte aan de keuken annex meidenkamer, drie slaapkamers en de badkamer. Door de bow-window en het getrapt terugwijkende profiel van de topgeledingen, beschikken de flats op de vierde, zesde en zevende verdieping over een ondiep, gevelbreed terras aan straatzijde. In de eerste twee ontwerpversies bestond de voorbouw uit een suite van salon en eetkamer geflankeerd door een kantoor en een ‘salle d’attente’, daar waar de achterbouw slecht één grote slaapkamer telde met annex badkamer en ‘cabinet de toilette’. Passage, inkom- en traphal met vloer in wit en roze granito binnen een raster van okerkleurig mozaïek.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1922#12873, 1922#13374, 1922#14207 en 1923#14722.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Lift

De lift in de gemeenschappelijke traphal werd in 1922 door Otis in een open schacht geïnstalleerd. Deze elektrische lift met metalen ophangsysteem is voorzien voor vier personen (nominale last 320 kg) en ontsluit negen niveaus. De schachtwand is bekleed in hout met structuurglas. De oproepknoppen bij de diverse stopplaatsen zijn origineel, net als de bedieningsknoppen in de liftkooi. De liftkooi met zijn houten bekleding en glazen plafond is toegankelijk via een dubbele vouwdeur. De technische installatie is nog deels bewaard. De motor werd in de jaren 1980 vervangen. De hijskabels en de elektrische frequentieschakelaar (schakelbord) werden vernieuwd in 2006.

  • Informatie verkregen van een mede-eigenaar (2 mei 2018).
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7316 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.