Voormalige watermolen op de Witbeek, opgericht door F. van Isterdael, rentenier te Maaseik in 1848. In 1849 verkocht aan Jan Schreurs. In 1872 verkocht aan Franciscus Verbeek; deze bouwde in 1856 reeds de windmolen Lemmensmolen in Kinrooi. De molen werd in 1930 vergroot en er werd een stoommachine geplaatst. In 1946 werd het molenrad verkocht; de molen draaide daarna verder op elektriciteit tot 1965.
De molen bestaat uit twee delen: het linkse gedeelte, molenhuis en woonhuis, is het oudste; mogelijk klimt dit gedeelte op tot 1848; het rechtse gedeelte omvat de stallen en schuur en is recenter. Binnenwerk en sluizen zijn verdwenen.
Het woonhuis telt vier traveeën en een bouwlaag onder schilddak (Vlaamse pannen). Twee, waarschijnlijk later toegevoegde, dakvensters. Witgekalkte baksteen; gepikte plint. Getoogde muuropeningen, de vensters beluikt. Het molenhuis schijnt recenter dan het woonhuis; het is een uitspringend gedeelte op de zuidoostelijke hoek van het woonhuis; zadeldak (Vlaamse pannen); het molenrad bevond zich in de zuidgevel.
Aansluitend tegen de rechtse zijgevel van het woonhuis, de stallen en dwarsschuur in een iets hoger gebouw onder zadeldak (Vlaamse pannen). Witgekalkte baksteen op gepikte plint. Het linkse gedeelte is thans toegevoegd aan het woongedeelte. Baksteenfries onder de dakrand. De oorspronkelijke tot de dakrand reikende, rechthoekige schuurpoort werd verkleind. Recent aanbouwsel tegen de rechtse zijgevel.
- MANDERS J. - VERHEIJEN M., Koren op de molen. Langs de Itter, Echt, 1992, p. 200-201.