Molenaarswoning en molenromp van de Korenbloem, die teruggaat op een korenmolen, gebouwd in 1806, van het type stenen bovenkruier, bergmolen (beltmolen).
De aan de straat gelegen later bijgebouwde molenaarswoning uit vermoedelijk eerste kwart van de 20ste eeuw, bestaat uit een hoofdvolume, een breedhuis van het dubbelhuistype, van vier traveeën en één bouwlaag onder een geknikt zadeldak (mechanische pannen) met dakkapel, en een haakse aanbouw onder een pannen zadeldak. De verankerde baksteenbouw heeft een met schijnvoegen gecementeerde en witgeschilderde voorgevel, eindigend op een fries van beraapte panelen met geprofileerde daklijst. De rechthoekige muuropeningen worden bekroond met een paneeldecoratie onder een waterlijst. De vensters waren eertijds beluikt.
Boven in de korenmolen zou in een balk de inscriptie "Linsen A. Waetfvct 1806" bewaard zijn. Begin 20ste eeuw kreeg de molen geklinknagelde Verhaegheroeden. In 1940 werd voor het laatst gemalen en in 1950 werden twee wieken verwijderd. Een aanpalende eigenaar kreeg in 1970 een goedkeuring voor een ingediende verkaveling. Ondanks de restauratieplannen opgesteld door architect G. Daniëls, bleven restauratie en herstel uit. De molen geraakte alsmaar meer in verval en in de nabije omgeving verscheen nieuwbouw. In 1979 werd de molen ontmanteld onder meer kap en overige wieken werden verwijderd.
Momenteel rest nog slechts een met klimop overwoekerde bakstenen molenromp. De molen zou veel gelijkenissen gehad hebben met de Napoleonsmolen in Hamont (onder meer hetzelfde type van spoorwiel). Verschillende verwijderde onderdelen werden vermoedelijk gerecupereerd in andere molens zoals onder meer de gietijzeren askop, gegoten door Van Aerschot (Herentals), een koppel maalstenen dat herbruikt werd in molen De Noord in Schiedam (NL). De poorten, deuren en vensters zijn overwegend getoogd. De vensters zijn op een verticale lijn geplaatst. Van het gaande werk (maalinrichting) zou niets bewaard blijven.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Sadeleer S. 2020: Molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/360729 (geraadpleegd op ).
Het ontstaan van een windmolen op deze plaats dateert van 1804. De huidige molen dateert waarschijnlijk uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Buiten bedrijf vanaf 1940. Vervallen, conische bakstenen beltmolen van het bovenkruierstype, van drie bouwlagen. De kap is verdwenen. Voorheen bepleisterd, thans vrijwel volledig begroeid. Getoogde muuropeningen.
Alleenstaande woning van het dubbelhuistype, drie traveeën en één bouwlaag onder geknikt zadeldak. Eind 19de of begin 20ste eeuw. Bakstenen gebouw met gecementeerde voorgevel en rechthoekige muuropeningen.
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 2005: Molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/73170 (geraadpleegd op ).