Woonhuis van een thans verdwenen hoeve, in 1821 gebouwd door Lambert Rutten-Gielen. Op de Ferrariskaart (1771-77) staat hier een tweeledige hoeve aangeduid; deze verdween in 1821, voor een hoeve met losstaande bestanddelen (Atlas van de Buurtwegen, 1845); deze groeide op haar beurt in het derde kwart van de 19de eeuw uit tot een gesloten hoeve (kaart van het Dépôt de la Guerre, 1872); op het woonhuis na is de hoeve thans volledig verdwenen.

Laatclassicistisch herenhuis van het dubbelhuistype, zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen). Bakstenen gebouw voorzien van smeedijzeren muurankers. Dakrand op houten consoles. Rechthoekige muuropeningen. De beluikte benedenvensters zijn voorzien van een hardstenen omlijsting met sponningbeloop; de bovenvensters zijn voorzien van hardstenen latei en onderdorpel en gecementeerde stijlen. Rechthoekige deur in een hardstenen omlijsting met op de latei het opschrift: L:R:/ 1821 (Lambert Rutten). Oorspronkelijk Lodewijk XVI-houtwerk en oorspronkelijke bel; bovenlicht met roedeverdeling.

In de achtergevel, muuropeningen in geprofileerde houten kozijnen, de vensters voorheen beluikt. Zijgevels met aandak, vlechtingen en links een topstuk; in de toppen, kleine rechthoekige vensters in een getoogd houten kozijn. Oorspronkelijke bakstenen stoep, afgezet met hergebruikte, kalkstenen blokken, voorzien van laatgotische decoratie. Mogelijk zijn deze afkomstig van de hoger vermelde, thans verdwenen Filomenakapel, die hier stond, en waarin materialen van het Prinsenhof van Maaseik verwerkt waren. Het perceel is thans gedeeltelijk ommuurd.