Tot het laatste kwart van de 19de eeuw was het westelijk gedeelte van het grondgebied van Ophoven een zeer moerassig gebied in de vallei van de Itter, op de stafkaart van het Dépôt de la Guerre (1872) genaamd De raem. Het Sniekershof is het enige landbouwbedrijf dat in dit gebied werd ingeplant in het laatste kwart van de 19de eeuw.
De hoeve ligt thans aan een privéweg. Zij ontstond uit een langgestrekte hoeve (het huidige noordelijk gedeelte) in vakwerk, met ordonnantie: woonhuis-stal; hiervan bleef alleen het woonhuis behouden, de stallen werden afgebroken. Tegen de achtergevel bevond zich een open schob op houten palen met hardstenen sokkel. De hoeve werd versteend, waarbij de open travee van het schob opgevuld werden met baksteen, en het geheel omgebouwd tot stal en dwarsschuur. Bij de verstening werd het woonhuis doorgetrokken over het volledige noordoostelijk gedeelte van beide gebouwen.
De hoeve bestaat thans uit twee parallelle gebouwen van baksteen onder zadeldak (mechanische pannen). In de oorspronkelijke voorgevel van het woonhuis (noordgevel) bleven enkele gebintstijlen bewaard van de oorspronkelijk vakwerkbouw. In de zuidgevel van het dienstgebouw is de structuur van het stijl- en regelwerk nog duidelijk te onderscheiden.
Ten noorden bevindt zich het knechtenhuis, thans volledig verbouwd.