Burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl naar een ontwerp door de architect Louis Hamaide (gevelsteen) uit 1899, opgetrokken in 1900. Opdrachtgeefster was Maria Elisabeth Van Peborgh-Van den Bosch (°Laken, 1854), echtgenote of weduwe van Mauritius Joannes Desiderius Josephus Van Peborgh (°Antwerpen, 1859), van beroep dispacheur of averijberekenaar. Het hotel Van Peborgh-Van den Bosch, waarvoor de bouwaanvraag met volgnummer 1 van 3 januari 1900 dateert, is bijgevolg het eerste gebouw uit de 20ste eeuw waarvoor in Antwerpen een vergunningsprocedure werd opgestart, bezegeld bij collegebesluit van 15 februari 1900.
Het hotel Van Peborgh-Van den Bosch behoort tot het rijpe oeuvre van Louis Hamaide, wiens carrière als architect omstreeks 1880 van start ging. Waar zijn vroege ontwerpen overwegend aan het conventionele neoclassicisme beantwoorden, past hij hier een rijk geornamenteerde neorenaissance-architectuur toe, die ook zijn twee realisaties in de Leysstraat kenmerkt, het hotel Dierckx uit 1898 en het winkelhuis Heye uit 1899. Omstreeks 1905 levert de architect een bescheiden bijdrage aan de Antwerpse art nouveau, om zijn loopbaan in 1925 stijlvol af te sluiten met de Herbosch Building, een vroeg voorbeeld van art deco.
Met een gevelbreedte van twee traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een mansardedak. De lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit blauwe hardsteen voor de pui en witte natuursteen voor de bovenbouw, met gebruik van leien als dakbedekking. Nadrukkelijk geleed in horizontale registers, en gemarkeerd door pilasters met composiet kapiteel, wordt de axiale compositie bepaald door de gevelbrede, rechthoekige erker van de eerste verdieping. Rustend op een gebuikte basis, is deze laatste opgebouwd uit pilasters met ranken en hermen, gevat tussen een balustrade met smeedijzeren rozetten, en een entablement met metopen-trigliefenfries. Daarbij sluiten het balkon met postamenten, vazen en smeedijzeren borstwering, en het drielicht met composietzuiltjes van de tweede verdieping aan. Op de begane grond wordt het drielicht geflankeerd door het portaal met entablement, waarop een rondbogig bovenlicht met waterlijst, de pilasters versierd met wortelmotieven. Als symbool van de Handel verwijst de Mercuriusstaf op het portaalentablement allicht naar het typische havenberoep van Mauritius Van Peborgh, wiens initialen MVP in de smeedijzeren waaier van het bovenlicht verwerkt zijn. De gevelbeëindiging bestaat uit een gekornist, klassiek hoofdgestel met een vrouwenhoofd tussen leeuwenkoppen in de fries. Hogerop wordt het centrale dakvenster met pilasters en gebroken fronton, een topstuk, driehoekig fronton en vaas, geflankeerd door gevleugelde sfinxen. Het houten schrijnwerk van de met diamantkoppen bewerkte deur en de vensters is bewaard, evenals het smeedijzer van het traliewerk.
De plattegrond wordt vermoedelijk over de volledige breedte opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht. Op de begane grond neemt het salon de straatzijde in, de eetkamer en veranda de tuinzijde, daar waar het souterrain oorspronkelijk ruimte bood aan de keuken.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1900#1.