Appartementsgebouw in art-decostijl op de hoek van Belgiëlei en Mechelsesteenweg, naar een ontwerp door François Dens uit 1925. Opdrachtgevers waren erenotaris Emile Van der Avoort en de architect zelf, die zich drie jaar eerder met zijn privéwoning en kantoor pal aan de overzijde van de Mechelsesteenweg gevestigd had. Voor Van der Avoort, notaris van 1889 tot 1924, was het in korte al het tweede vastgoedproject, na de bouw van het appartementsgebouw op de hoek van Plantin en Moretuslei en Van Den Nestlei, een ontwerp van de architect Edward Van Not uit 1923. De bouwwerken werden uitgevoerd door het aannemersbedrijf Entreprises Générales de Constructions Jules Somers & C°. Met een programma van vier winkels met woonst, zes huurappartementen van hoge standing en een conciërgewoning, nam het nieuwbouwcomplex het perceel in van het vroegere “Café Petit Paris”. Dens was al eerder actief met vastgoedprojecten voor eigen rekening, zoals het appartementsgebouw dat hij samen met de heer G. Du Bois in 1921 oprichtte in de Jezusstraat, en de verbouwing tot flats van een voormalig herenhuis palend aan zijn eigen woning in 1922. Samen met Van der Avoort verwierf hij uiterlijk in 1926 het appartementsgebouw op de hoek van Simonsstraat en Lange Kievitstraat, dat hij in 1913 voor Gustaaf De Win had ontworpen. In de handelsruimte op de hoek was tijdens het interbellum de toonzaal van de automerken General Motors-Chevrolet en Renault gevestigd.
Binnen de indrukwekkende reeks appartementsgebouwen van hoge standing die François Dens tijdens het interbellum in Antwerpen tot stand bracht, behoort het imposante complex Vander Avoort-Dens tot de vroegere voorbeelden. De architect die actief was vanaf 1906 tot begin jaren 1950, ontplooide een succesvolle loopbaan in dienst van de burgerij en het bedrijfsleven. Zoals zijn generatiegenoot Alfred Portielje legde Dens zich vanaf de jaren 1920 in het bijzonder toe op de ontwikkeling van het flatgebouw, destijds een nog vrij nieuwe woningtypologie in België. Zijn realisaties op dat vlak evolueerden tijdens de jaren 1920 en 1930 in stijl van beaux-arts, over art deco naar een zakelijk modernisme. Opvallend ingeplant op de hoek van twee voorname boulevards, is het appartementsgebouw Vander Avoort-Dens, dat zijn expressie ontleend aan de balkons, erkerpartijen en pseudo-mansarde, nog sterk geënt op Parijse ‘immeuble de rapport’ uit de vroege 20ste-eeuw. Met een naturalistisch floraal decor, vormt de architectuur de schakel tussen Dens’ realisaties met latente art-nouveau- en beaux-arts-invloed uit begin jaren 1920, zoals appartementsgebouw Du Bois-Dens, en de meer uitgesproken art deco uit de late jaren 1920 waarvan het appartementsgebouw Broeckx aan de Jan Van Rijswijcklaan als representatief voorbeeld geldt.
Het afgeschuinde hoekgebouw met een gevelbreedte van twaalf ongelijke traveeën, omvat acht bouwlagen onder een plat dak. Waar voor de constructie een structuur uit gewapend beton is toegepast, onderscheidt het gevelfront zich door een parement uit witte natuursteen. De gevelcompositie beantwoordt aan een klassiek, driedelig schema opgebouwd uit de pui met entresol, drie hoofdverdiepingen belijnd door de kroonlijst, en een tweeledige attiek, waarboven een met leien beklede pseudo-mansarde het geheel afwerkt. Verticaal wordt het ritme volgens een alternerend schema bepaald door de hoger opgetrokken risalieten met driezijdige geveltop die in volkomen symmetrie de hoekpartij flankeren, en het torenvormig bekroonde zijrisaliet met leien helm dat het gevelfront zijde Belgiëlei afsluit. Oplopende erkers, veelal driezijdig van vorm, en bow-windows leggen een extra klemtoon zowel op de risalieten als de portaaltravee, terwijl balkons met smeedijzeren borstwering de hoekpartij accentueren. Verder bestaat de ordonnantie uit registers van afwisselend rechthoekige vensters, brede raampartijen of drielichten, met typerende paraboolboogopeningen in de top van de risalieten, en rondbogige dakkapellen. Het rondboogportaal, is gevat in een breed geprofileerde omlijsting met acanthusvoluten en granaatappelranken in de zwikken; een omlopende fries met spiraalpatroon siert de smeedijzeren vleugeldeur. Verder bestaat het geveldecor uit een combinatie van zware vruchtenranken en gegroefde friezen die de markerende kordons van de hoofdverdiepingen afboorden, en de art-deco-postamenten van de risalieten. Van de winkelpuien, die in plaats van het oorspronkelijke marmer een nieuwe hardstenen bekleding kregen, is er nog één inclusief zijportaal en schrijnwerk bewaard; het oorspronkelijk houten vensterschrijnwerk is vernieuwd.
Met een L-vormige plattegrond die afgezien van de lichtschacht het volledige perceel beslaat, omvat het gebouw vijf identieke appartementen over een volledige verdieping, en een kleiner zesde appartement dat de bovenste etage deelt met vijf individuele mansardes en een zolder in het torentje. De flats worden ontsloten door een centraal ingeplante traphal met lift, en beschikken ondergronds over een individuele kelder. Twee salons en de eetkamer nemen in enfilade de flank over de volledige breedte van de Mechelsesteenweg in, toegankelijk via de hall met vestiaire, waarop zijde lichtschacht de office en de keuken met terras en stortkoker voor huisvuil aansluiten. De flank over de breedte van de Belgiëlei omvat een kantoor, drie slaapkamers waarvan de grootste met boudoir, de badkamer en de meidenkamer. In het kleinere appartement op de hoogste verdieping zijn de woonvertrekken beperkt tot een suite van salon en eetkamer, en het aantal slaapkamers tot twee. De winkels van uiteenlopende oppervlakte beschikken elk over een woonst van twee tot drie kamers op de entresol, en een keuken op kelderniveau, onderling verbonden door een spiltrap. Bij de gemeenschappelijke inkomhal sluit de conciërgeloge en -keuken aan.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Appartementsgebouw in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/173385 (geraadpleegd op ).
Hoekpand van zeven bouwlagen en dakverdieping, van 1925 naar ontwerp van F. Dens. Flatgebouw met natuurstenen lijstgevel gemarkeerd door hogere, erkervormig uitgebouwde risalieten. Doorlopende ijzeren balkonleuningen. Rechthoekige vensters en gebogen dakvensters. Begane grond met winkelpui.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Appartementsgebouw in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7324 (geraadpleegd op ).