Belangrijke, gesloten hoeve met zeer oude vestiging, die volgens sommige auteurs opklimt tot de Frankische landname; de hoeve zou reeds vermeld zijn in de Salische wet. In 1539 wordt Herman van Eynatten als eigenaar vermeld. Aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) als een ruim, gesloten complex, omringd door de omhaagde, geometrische tuin. In de Atlas van de Buurtwegen (1845) eveneens weergegeven als een grote, gesloten hoeve, met bakhuis buiten het erf; het goed was toen eigendom van baron L. de Schiervel, gouverneur van Limburg.
De hoeve vormt nog steeds een imposant volume in de lage Maasvlakte, doch de gebouwen werden vrijwel volledig verbouwd; van een oudere kern rest alleen de noordwestvleugel, naast het recente woonhuis. Het is een bakstenen gebouw van één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen), op gecementeerde plint; één keldergat met smeedijzeren tralie. Smeedijzeren muurankers met krullen. Twee rechthoekige vensters van in de eerste helft van de 19de eeuw hergebruikt, kalkstenen materiaal met sponningbeloop, voorheen beluikt. Rechthoekige deur onder hergebruikte kalkstenen latei, met datering 1764.
Rechterzijgevel met aandak, vlechtingen en topstuk.
- BOONEN M. & e.a., 100 jaar in Heppeneert, 1975.
- GOOLE F., De grote lenen in het Kwartier Maaseik-Stokkem en Bree, in Maaslandia, Rekem; 1984, p. 67.