Burgerhuis in beaux-artsstijl op de hoek van Mechelsesteenweg en Montebellostraat, naar een ontwerp door de architect Guillaume Rooses uit 1916, uitgevoerd in 1917. Opdrachtgever van het gebouw bestemd als kantoor en privéwoning, was de wisselagent Louis Eduard Boen, fils (°1878), echtgenoot van Angélique Marguerite Van Spilbeeck (1882-1965), en vader van vier kinderen. Hij staat bekend als voorzitter van de Beurscommissie van Antwerpen, en beheerder van de Chocolaterie Duc, het bedrijf van zijn schoonfamilie. Het project betrof de samenvoeging en complete transformatie van een neoclassicistisch hoekcomplex uit de tweede helft van de 19de eeuw, bestaande uit een bescheiden eenkamerwoning met afgeronde hoek en een vier traveeën breed burgerhuis. Het afgeronde hoekpandje op een spievormige plattegrond, was in 1868 opgetrokken in opdracht van Filip Everaerts, naar een ontwerp door de architect Joseph Martin Ryssens de Lauw. Bij de ingrijpende verbouwing door Rooses werd de afgeronde hoek ingekort en tweezijdig afgeschuind, en kreeg het hotel een volledig nieuwe interieurindeling, opstand en bedaking.

Het hotel Boen behoort tot het latere werk van Rooses, die destijds al een vijfentwintigtal jaar als architect actief was. In het overgrote deel van zijn productie bleef hij al die tijd trouw aan een veeleer conventioneel, klassiek geïnspireerd stijlidioom.

Met een gevelbreedte van in totaal tien traveeën, omvat het afgeschuinde hoekgebouw drie bouwlagen onder een mansardedak. Het perceel wordt zijde Montebellostraat afgesloten door een tuinmuur met ijzeren hek. De lijstgevel is bekleed met een cementbepleistering in ‘simili pierre’, met gebruik van hardsteen voor de plint en leien als dakbedekking. Horizontaal geleed door kordons, doorgetrokken lekdrempels en een klassiek hoofdgestel, beantwoordt de opstand aan een regelmatig schema, met registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen in geriemde omlijsting met oren en sluitsteen; extra entablementen op de bovenste verdieping. Zijde Mechelsesteenweg legt een zwaar balkon met balustrade de klemtoon op de twee middentraveeën van de bel-etage; zijde Montebellostraat geeft een oplopend rondboogvenster in de middentravee de inplanting van de traphal aan. Een paneeldecor met centraal medaillon siert de blinde hoektravee; dakkapellen met pilasters en driehoekig fronton alterneren met oeilsde-boeuf. Het houten schrijnwerk van de deur, de vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk van de traplichten.

Volgens de bouwplannen wordt de plattegrond over de volledige breedte opgedeeld door de ruime traphal, die op de hoofdverdieping is geïntegreerd in de woon- en ontvangstvertrekken. De begane grond biedt ruimte aan de vestibule, de kleine lokettenzaal en het directiekantoor van het wisselagentschap, dat de straatzijde innemen, en de keuken met ‘monte plats’ en de ontbijtkamer aan de kleine binnenplaats met dienstingang. De bel-etage, waar de suite van salon en eetkamer de straatzijde beslaat, en de hall als biljartzaal fungeert, omvat verder een werkkamer en een kleine achterkamer. De slaapkamers, gasten- en meidenkamers bevinden zich zoals gebruikelijk op de tweede verdieping en de mansarde, waarvan de plattegronden in het bouwdossier ontbreken.