is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Heilig-Kruiscollege
Deze vaststelling is geldig sinds
HISTORIEK
Op deze plaats bevond zich het voormalig klooster van de zusters van het Heilig Graf, het zogenaamde convent van Onze-Lieve-Vrouw van Jeruzalem, in 1495 gesticht toen de zusters vanuit Kinrooi, waar zij sinds 1478 een klooster hadden, hun toevlucht zochten binnen de stadsomwalling van Maaseik; de omgeving te Kinrooi was te onveilig geworden door rondtrekkende rovers en plunderende soldaten. Hun pater, Laurens van Bocholt, koopt binnen de stadswallen van Maaseik drie stukken grond tussen de Pelserstraat en de wal.
Het klooster werd ook Kinderklooster genoemd, naar Kinderen/Kinrooi, en Klein Klooster, in tegenstelling tot het Groot Klooster van de kanunnikessen van Sint-Augustinus (agnetenklooster) in de Sionstraat. De financiële toestand van het klooster is slecht, zodat gedurende anderhalve eeuw geen kerk en klooster kunnen gebouwd worden.
In 1520 gaat het klooster over naar de orde van de reguliere kanunnikessen van Sint-Augustinus, en staat onder toezicht van het Hiëronymusklooster van Roermond, dat afhangt van het kapittel van Windesheim; vanaf 1584 maakt het klooster deel uit van de Congregatie van Windesheim.
Het klooster kan overleven dank zij een paar belangrijke schenkingen in de 16de eeuw. Het klooster wordt nooit echt belangrijk. Het is niet duidelijk wanneer de kloosterkerk gebouwd wordt; zij brandt af in 1634 af en er wordt een nieuwe kerk gebouwd, ingewijd in 1663. Boven het hoofdaltaar bevond zich een schilderij met voorstelling van de Kruisafneming, door A. van Dyck, dat door de Fransen in 1797 wordt meegenomen en in het Louvre geplaatst; na de val van Napoleon vordert de Nederlandse regering dit schilderij op, en het wordt in de schatkamer van de Sint-Servaas in Maastricht geplaatst, waar het zich nog bevindt.
Het klooster wordt opgeheven in 1797, de gebouwen worden gesloopt, en het terrein wordt gekocht door Marie Antoinette Magnee uit Maaseik. In 1857 verkoopt V. Magnee het terrein met woningen, stallen, schuren, moestuinen, weide en boomgaard aan de kruisheren die, door de Fransen uit hun klooster in de Bosstraat verdreven, in 1855 naar Maaseik terugkeren, zich hier in 1866 vestigen, en er hun klooster met college optrekken, dat ze nog steeds bewonen.
Het klooster staat op de Ferrariskaart (1771-77) aangeduid als een rechthoekig complex met losstaande bestanddelen, de kloosterkerk in de noordoosthoek; in de Atlas van de Buurtwegen (1845) wordt een vrijwel braakliggend terrein weergegeven.
BESCHRIJVING
De huidige gebouwen zijn die, die de kruisheren in 1866 bouwen voor hun nieuw klooster. Hiervan resteren twee vleugels: een gedeelte van de centrale vleugel aan de straatzijde, en de rechter haakse vleugel, die aan straatzijde een risaliet vormt; oorspronkelijk beantwoordde een gelijkaardig risaliet dit gedeelte aan de linkerzijde, thans vervangen door een nieuw gebouw.
Bakstenen gebouwen van drie bouwlagen onder schilddaken (mechanische pannen). Verhoogde begane grond; gecementeerde plint. Het voormalige middenrisaliet telt drie traveeën. Gecementeerde kordons en kroonlijst. Licht getoogde muuropeningen, de vensters met hardstenen lekdrempels.
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Pelserstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heilig-Kruiscollege [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/73445 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.