HISTORIEK
De gebroeders Willem en Jacob Croll, stichters van de sint-Laurentiuskapel in 1640, bouwen zich bij de kapel een klein verblijf van twee verdiepingen met elk een grote kamer, op een gewelfde kelder. Deze oude kern bleef bewaard in het huidige kasteel. Na de dood van de broers komt R.N.J. Smets, deken van de collegiale kerk van Maaseik, in het bezit van hun goederen. In 1749 wordt Verschuyl eigenaar.
Het kasteeltje en de kapel van Wurfeld worden tijdens de Franse periode niet verkocht; het kasteel wordt pas verkocht in 1840 door de kerkfabriek van Maaseik aan A. Eyckholt, heer van Visserweert, die in 1837 reeds de Vergelshoeve (Wurfelderweg 111) gekocht had.
Door huwelijk gaan de goederen over naar de familie Nagels. Ludovic Nagels laat circa 1900 het paviljoen van de gebroeders Croll uitbreiden. Het kasteel werd nogmaals vergroot in 1913 en 1938 door de toenmalige eigenaars Stéphanie Nagels en Adelin de Fraipont, en kreeg de naam Sans Souci.
BESCHRIJVING
Het kasteel staat op de Ferrariskaart (1771-77) aangeduid als een langgestrekt gebouw, waarschijnlijk het oorspronkelijk volume, met de tweeledige Vergelshoeve ten westen; beide delen zijn omgracht, de ingang bevindt zich in de zuidzijde. Aan deze zijde, buiten de omgrachting, bevond zich de oorspronkelijke Sint-Laurentiuskapel, eveneens aangeduid op de Ferrariskaart. De situatie is dezelfde in de Atlas van de Buurtwegen (1845).
Tegenwoordig is de omgrachting alleen nog in de perceelsafbakening af te lezen. Het kasteel werd merkelijk uitgebreid (confer supra); de hoeve behield grosso modo haar oorspronkelijke vorm. De kapel is verdwenen; zij bevindt zich thans meer noordelijk, aan de Kapelweg .
Vóór het kasteel is een park ontstaan, nu met een aantal oude bomen, onder meer eiken en beuken; het kasteel is met een dreef verbonden met de Kapelweg.
Het kasteel heeft thans de vorm van een langgestrekt gebouw, waarvan de voorgevel (oostgevel) volledig recent (eerste kwart 20ste eeuw) is en opgetrokken in eclectische stijl. Bakstenen gebouw onder schilddak (mechanische pannen). De kern is een breedhuis van acht traveeën en twee bouwlagen met lijstgevel, voorzien van een houten kroonlijst. In de vijfde travee een vierkante toren van drie bouwlagen met afgeschuinde hoeken, onder ingesnoerde naaldspits (kunstleien); de bovenverdieping is in imitatie-vakwerk. Rechts ervan een risaliet onder haaks wolfdak; de rechtertravee is een gelijkaardig risaliet, doch minder uitspringend.
Vóór het gebouw, op de begane grond, bevinden zich verschillende recente uitbouwsels en terrassen. Natuurstenen banden. In de toren een gevelsteen met wapenschild van de gebroeders Croll, afkomstig van de oorspronkelijke kapel van Wurfeld, waar hij boven het portaal was ingemetseld. Muuropeningen van verschillende vorm.
De oude kern uit de 17de eeuw bleef behouden in denoordtravee van de achtergevel (westgevel); een aantal muuropeningen uit de eerste helft van de 18de eeuw: kalkstenen kloosterkozijnen van hergebruikt, 17de-eeuws materiaal op de benedenverdieping, met sponningbeloop in het benedengedeelte; geprofileerd druiplijstje; smalle rechthoekige bovenvensters in kalkstenen omlijsting met sponningbeloop en geprofileerd druiplijstje.
- FRAIPONT S. de, Wurfeld, Maaseik, 1953.
- JANSSEN R. - e.a., Toeristische gids Maaseik Kinrooi Thorn Marec, p. 38.