Twee rijwoningen die vermoedelijk rond 1850 werden opgetrokken als enkelhuizen van drie traveeën en drie verkleinende bouwlagen onder pannen zadeldaken, met verankerde lijstgevels in neoclassicistische stijl die oorspronkelijk bepleisterd waren en gekenmerkt worden door rechthoekige vensters met gietijzeren parapets, hardstenen lateien en dito lekdrempels - cordonvormig in nummer 18 -, en een balkon in de middentravee.
Beide puien werden herhaaldelijk aangepast: de begane grond van nummer 18 verkreeg haar huidige uitzicht in 1909 toen, ter vervanging van een houten winkelpui, de vensters met zandkalkstenen penanten geplaatst werden, en de gevelbrede doorgang van nummer 20 ontstond in 1976.
Nummer 18 heeft een gietijzeren balustrade en dito parapets met gestileerde bladmotieven
Nummer 20 is voorzien van een (aangepast) Frans balkon in smeedijzer, heeft gietijzeren parapets met bazuinspelende engeltjes, en bewaarde nog de oorspronkelijke kroonlijst op modillons.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)