Tot de basisbebouwing behorende, vermoedelijk laat-18de-eeuwse rijwoningen van twee traveeën en één bouwlaag onder een steil, doorlopend pannen zadeldak met dakkapellen en een aandak met muurvlechtingen, schouder- en topstuk. De op de oude rooilijn opgetrokken lijstgevels met eenvoudige, gespiegelde gevelopstanden hebben een lage plint, vlakke deur- en vensteromlijstingen in blauwe hardsteen en gewitte steigergaten.

Nummer 18 werd in 1950 naar ontwerp van C. Boon verhoogd en bezet met witte similisteen.

Nummer 22 met fraaie deur en houten vensterluiken.

Nummer 24 met een in 1937 gewijzigde gevelopstand.