Zeven arbeiderswoningen, als één geheel gebouwd in 1912 en opgevat als enkelhuizen van twee bouwlagen onder een doorlopend pannen zadeldak met lage schouwen, en voorzien van repetitieve gevelopstanden met een smalle deur- en een brede venstertravee. De in rode baksteen opgetrokken lijstgevels zijn sterk horizontaal geleed door de hardstenen plint, dito lekdrempels en lateien (begane grond), de ontlastingsbogen met witte baksteen, en de rondboogfries onder de dakgoot. Voorts rechthoekige deur in een eenvoudige, hardstenen omlijsting.

Nummer 29 heeft als enige zijn oorspronkelijk schrijnwerk behouden.

Nummer 37 werd volledig gesloopt en vervangen door nieuwbouw met reconstructie van de boogfries.