Neoclassicistische burgerwoning die in 1838 door J. Verheyden werd ontworpen als een breedhuis van vier traveeën, twee bouwlagen en een mezzanino onder een zadeldak, met aansluitend aan de rechtse zijde een rechthoekige koetspoort onder een bekronend hoofdgestel. In het laatste kwart van de 19de eeuw werd de mezzanino verhoogd, kregen de vensters van de bovenbouw hun stucwerkomlijsting en werd de woning uitgebreid achter de koetspoort, waar een houten erker de bovenverdieping verlicht.

Het huidige uitzicht is het resultaat van verbouwingswerken in 1960 (J. Stevens), toen de gevel ontpleisterd werd, de koetsdoorgang vervangen werd door een garage en insteekverdieping, en in de kelder een dokterspraktijk ingericht werd waardoor in de vierde travee een bijkomende toegang gecreëerd werd. Kalkzandstenen plint met keldergat en voetenschraper, laat-19de-eeuws schrijnwerk en vermoedelijk oorspronkelijke houten luiken op de begane grond. Heden verwaarloosde indruk.