Breedhuis van twee bouwlagen en twee traveeën onder een pannen zadeldak, opgetrokken naar ontwerp van E. Mispelter (1881-1938) en in een console gedateerd "1922". De eenvoudige lijstgevel heeft steekboogvormige muuropeningen en is in de bovenbouw uitgewerkt als penantengevel, uitlopend op een dubbele muizentandfries en een houten kroonlijst op klossen. Kenmerkend zijn de poort met kalkzandstenen rechtstanden en het gebruik van witte baksteen en natuursteen voor de sluit-, aanzet- en negblokken van de vensters. Deels bewaard schrijnwerk met roedeverdeling in de bovenlichten.