Rijwoning die in 1887 omgevormd werd tot een opslagplaats van drie traveeën en drie bouwlagen, en toen een eclectische lijstgevel met dubbelhuisopstand kreeg, opgetrokken in baksteen en blauwe hardsteen en sterk verticaal geleed door de smalle traveeën met steekboogvensters, de verhoogde begane grond, en door de centrale deurtravee, oorspronkelijk met verlaagde vensters in de bovenbouw en een als puntgevel uitgewerkt dakvenster met top- en schouderstukken. De deur met tweeledig bovenlicht, de uitkraging ter hoogte van de derde bouwlaag, het dakvenster, de decoratieve diefijzers en de sierankers zijn eerder neotraditioneel van stijl, terwijl de sluitstenen met diamantkoppen, de verhoogde spiegel boven de deur, de sierbanden en de kroonlijst op modillons op en top neoclassicistisch zijn.
De ordonnantie werd ter hoogte van de tweede bouwlaag verstoord: het centrale venster werd gedicht, de andere vensters werden verlaagd en verbreed, wellicht omwille van de interne aansluiting met het aangrenzende pand.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 46327 (bouwvergunning 21.04.1887).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)