is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Instituut van de Goede Herder
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Instituut van de Goede Herder: kloostergebouwen
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Instituut van de Goede Herder: tuinpaviljoen en omringende tuinzone
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Minderbroedersstraat: gedeelte tussen Kapucijnenvoer en zuidelijke Dijle-arm
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Instituut van de Goede Herder
Deze vaststelling was geldig van tot
In 1864 werd in Leuven op vraag van kardinaal Sterckx een instituut gesticht ter opvoeding en onderricht van meisjes van minder gegoede afkomst. De zusters van Liefde van de Goede Herder namen in december 1864 hun intrek in hotel de Lemède, een midden 18de-eeuwse herenwoning in classicistische stijl die na enkele jaren al te klein bleek. In 1868 werden onder impuls van overste Marie Sommer, drie aanpalende panden gekocht en een grote tuin die zich uitstrekte tot aan de Janseniusstraat, de voormalige Broekstraat. Rechts van het hotel de Lemède werd in 1882 een eerste uitbreiding gerealiseerd naar ontwerp van J. Helleputte: een breedhuis in neotraditionele stijl dat in 1889 aan de tuinzijde met een haakse vleugel vergroot werd, vermoedelijk ook van de hand van Helleputte. In 1894 werd aan de linker zijde van het hotel de Lemède een neogotische huiskapel gebouwd naar de plannen van R.M. Biolley. Jarenlang bleef de situatie ongewijzigd, tot in 1961, toen in de tuin aan de zijde van de Janseniusstraat een nieuwbouw als pedagogie voor meisjes werd opgericht, "Regina Mundis" (1961, J. Maloens). Toen een deel van de gebouwen in 1968 werd verkocht aan de Katholieke Universiteit Leuven, werd de toren en een gedeelte van de kapel gesloopt en vervangen door een tweelaags volume in neotraditionele stijl - analoog met de Helleputtevleugel -, waarin op de begane grond een huiskapel werd ondergebracht. De rest van het complex werd in 1994 verkocht en de zusters verhuisden naar Brussel en Bergen. De Goede Herder doet heden dienst als studentenhuisvesting van de Katholieke Universiteit Leuven.
Het voormalig hotel De Lemède is een opgevat als een breedhuis van acht traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak met dakkapellen onder een zadeldak met schild. De verankerde lijstgevel in classicistische stijl - vermoedelijk op het einde van de jaren 1940 ontpleisterd -, is horizontaal geleed door de hoge, geschilderde plint - deels in zandkalksteen, deels gecementeerd -, door registers van rechthoekige vensters met zandkalkstenen lateien en hardstenen lekdrempels, en door de houten kroonlijst. Kenmerkend is de poort in Lodewijk XVI-stijl met geprofileerd beloop, rocaillesluitsteen en accathusbladmotieven onder een bekronende waterlijst. De poort werd volgens archiefgegevens in 1879 aangepast: de schamppalen doen vermoeden dat de poort aanvankelijk een doorgang voor rijtuigen was, die afgeschaft en - vermoedelijk ten gevolge van interieurwijzigingen - met vier treden verhoogd werd, zodat ze enkel nog toegankelijk was voor voetgangers.
Het 18de-eeuws schrijnwerk van de poort en de 19de-eeuwse vensters bleven bewaard.
De acht traveeën brede, gekaleide achtergevel is opengewerkt met rechthoekige vensters, en wordt gekenmerkt door een beglaasde rondboogpoort met bovenlicht en fraai geometrische roeden in een eenvoudige, hardstenen omlijsting. Uiterst rechts in de gevel, werden twee vensters verlaagd en ingevuld met gekleurd glas (in beton?) in geometrisch motief, corresponderend met achterliggende huiskapel van het aanpalende volume. Boven de eerste bouwlaag werd een beglaasde luifel aangebracht.
De Helleputtevleugel (1882) is opgevat als een breedhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met getrapt dakvenster en dito aandaken. De neotraditionele gevel, opgetrokken in baksteen met verwerking van blauwe hardsteen, wordt gekenmerkt door kruisvensters en drielichten, door de gedrukte spitsboogdeur met negblokomlijsting onder een als bolkozijn uitgewerkt bovenlicht, en door de getrapte dakkapel met overhoekse topstukken. Voorts typerend zijn de sierankers, de puilijst, de spitsboognis waarin Christus de Goede Herder met het onderschrift "Jesu Bone Pastor / miserere nobis", en de dubbele muizentandfires onder de kroonlijst. Het schrijnwerk van de vensters werd recent vernieuwd.
De neotraditionele haakse vleugel met kapel, links van het hotel de Lemède, wordt getypeerd door een hardstenen plint met keldergat en een afzaat, door drielichten in negblokomlijstingen, een dubbele muizentandfries onder de houten kroonlijst en een sierlijke dakkapel met houten windborden onder een leien zadeldakje. Ter hoogte van de huiskapel op de begane grond werd het drielicht ingevuld met gekleurd glas (in beton?), analoog met de vensters van de achtergevel in het hotel de Lemède. Het schrijnwerk met roedeverdeling in de bovenbouw bleef bewaard.
In de tuin staat een paviljoen op octogonaal grondplan uit de tweede helft van de 18de eeuw - opgetrokken in gekaleide baksteen en blauwe hardsteen - met één bouwlaag onder een gebogen, gemansardeerd tentdak (leien) met loden piron. Het paviljoentje wordt verlicht door vensters in negblokomlijstingen en is toegankelijk via een rechthoekige deur met tweeledig bovenlicht in een eenvoudige negblokomlijsting. Een bijna identiek paviljoen staat in het Dijleparkje, de voormalige tuin van het "Huis Bethlehem" (Schapenstraat 34).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)