In 1894 op de site van drie van de Godshuizen van Sint-Antonius (zie Schapenstraat 22) opgetrokken geheel van breedhuizen van twee bouwlagen onder pannen zadeldaken met neoclassicistische lijstgevels die worden gekenmerkt door rechthoekige deuren en beluikte vensters op de begane grond, getoogde vensters in een geriemde omlijsting met oren, chutes, siersluitsteen en festoenen in de bovenbouw, en een hoofdgestel dat gevormd wordt door een spiegelfries en een tand- en kroonlijst op langgerekte consoles. De gevels zijn voorts sterk horizontaal geleed door de hardstenen plint, de dito lekdrempels en kordons, de decoratieve borstweringen in de bovenbouw en het entablement.

Met uitzondering van de vensters op de gelijkvloerse verdieping van nummer 28 (1936) bleef overal het oorspronkelijke schrijnwerk bewaard.

Nummer 24 telt twee traveeën, heeft een blind venster in de bovenbouw en een lager zadeldak dan de aanpalende panden. Nummer 26, met houten poort en in 1965 toegevoegde dakkapellen. Nummer 28 werd ontworpen als woning met magazijn, telt drie traveeën in de eerste en twee traveeën met een breed venster in de tweede bouwlaag. In 1936 werd het pand volledig tot woning omgevormd.