is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis Bethlehem
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis Bethlehem
Deze vaststelling was geldig van tot
Imposante herenwoning in laatclassicistische stijl die in 1856 in opdracht van de Leuvense industrieel Willem J. F. Janssens en naar het ontwerp van I. G. Druaert (Brussel) gebouwd werd als een dubbelhuis van zeven traveeën, een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. Bij de woning hoorden een stalvleugel, bergplaatsen, een moestuin, serres en een grote lusttuin met een 18de-eeuws paviljoen. De tuin en het paviljoen zijn relicten van de tuin die op de Ferrariskaart (1771-1775) wordt afgebeeld: twee vierhoekige percelen met een padenkruis, waarvan één diagonaal, mogelijk een lusttuin of een combinatie lust- en moestuin die bij het klooster van de zwartzusters hoorde. Op een plattegrond van de stad Leuven uit circa 1800, wordt naast het zwartzustersklooster een tuin afgebeeld met een radiaal-concentrisch patroon van wandelpaden; de vijf stralen monden uit bij een achthoekig volume, ongetwijfeld het paviljoen dat er nu nog staat.
Na de openbare verkoop door de erfgenamen van Willem Janssens, kwam het goed in 1893 in eigendom van Victor Vanderkelen - zoon van de Leuvense burgemeester Leopold Vanderkelen - die er in 1896 de industriële bakkerij "Het Volksgeluk" oprichtte. Hiertoe werd een gedeelte van de tuin opgeofferd.
Het goed werd in 1932 verkocht aan de zusters van Bethlehem uit Nijvel, die in de herenwoning een meisjespedagogie inrichtten. Datzelfde jaar nog werden de voorgevel ontpleisterd en hervoegd en de vensters van de derde bouwlaag verlaagd. Al in 1934 waren bijkomende studentenkamers nodig en werd het gebouw boven de oorspronkelijke kroonlijst met één bouwlaag verhoogd. Toen de Franstalige Université Catholique de Louvain de stad verliet, trokken de zusters weg uit Leuven en stond het pand jarenlang leeg.
In 1972 kocht de ABB (Assurantiën van de Belgische Boerenbond) het goed en herbestemde het tot opleidingscentrum en secretariaat van het KVLV (Katholiek Vormingswerk van Landelijke Vrouwen). Heden is het pand in eigendom van de Katholieke Universiteit Leuven.
De lijstgevel - opgetrokken in baksteen, blauwe hardsteen en zandhoudende kalksteen - is sterk horizontaal geleed door de hoge plint met keldergaten, de onderbouw met sierbanden in het hardstenen parement, de puilijst, de doorgetrokken lekdrempels en dito zandkalkstenen borstweringen in de tweede bouwlaag, en de geprofileerde houten kroonlijst. Typerend zijn de borstweringen met spiegel- en schijfmotief in de tweede bouwlaag en de vensters in geriemde omlijstingen, die in de bovenbouw voorzien zijn van oren en op de verhoogde begane grond van ingewerkte vouwblinden.
Het oorspronkelijk schrijnwerk van de vensters en de diefijzers voor de souterrainvensters bleven bewaard.
Paviljoen op octogonaal grondplan uit de tweede helft van de 18de eeuw, dat is opgetrokken in baksteen en zandhoudende kalksteen en één bouwlaag telt onder een gebogen, gemansardeerd tentdak (leien) met loden piron. Het paviljoentje wordt verlicht door vensters in negblokomlijstingen en is toegankelijk via een steekboogdeur die door middel van een kalf gescheiden is van een bovenlicht, en beide gevat zijn in een eenvoudige zandkalkstenen omlijsting met neuten, imposten en een trapeziumvormige sluitsteen onder een licht getoogde waterlijst. Een bijna identiek paviljoen staat in de voormalige tuin van het "Instituut van de Goede Herder" (Minderbroedersstraat 21).
Toen de ABB in 1972 eigenaar werd van het herenhuis, werd een groot deel van de tuin omgevormd tot parking met toegangen aan de Schapen- en de Redingenstraat. Het overblijvend gedeelte (34,5 are) van de tuin bij het Huis Bethlehem lag er rond 1980 verwaarloosd bij. Aan het romantisch, "Engels" parkje dat Janssens rond 1856 liet aanleggen herinnerden de half vergane boogbrug, de amoebevormige vijver en een drietal bruine beuken en enkele taxussen. In 1987 sloot het stadsbestuur een bruikleenoverkomst met de eigenaar en besliste om het in te richten als openbaar plantsoen: het huidige "Dijlepark". Bij de herinrichting werd de bestaande beplanting en de sfeer van het 19de-eeuwse landschappelijk parkje min of meer gerespecteerd, al vallen de brede grindpaden met trottoirbanden van betonstenen een beetje uit de toon, maar de nieuwe boogbrug lijkt sterk op de oude. De bruine beuken waren aangetast door reuzenzwam en moesten worden gerooid.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Instituut van de Goede Herder
Is deel van
Schapenstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis Bethlehem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/73625 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.