Restant van het voormalig klooster der predikheren, meer bepaald het gedeelte waarin zich volgens dominicaan B. De Jonghe (1719) de kloosterbibliotheek bevond. Het betreft een vermoedelijk in de eerste helft van de 18de eeuw tegen het koor van de Predikherenkerk aangebouwde vleugel met een oudere kern die de Sint-Annastraat dwarst en gedeeltelijk is geïntegreerd in het pand Sint-Annastraat nummer 5. Het geheel telt vier en een halve travee en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak en heeft verankerde lijstgevels, waarvan de hoofdgevel in classicistische stijl uitkijkt naar de Onze-Lieve-Vrouwstraat en wordt gekenmerkt door steekboogvensters in geriemde zandkalkstenen omlijstingen met oren. De brede doorgang dateert vermoedelijk van vlak na de aanleg van de Sint-Annastraat in 1805.

Tegen de achtergevel sluit een wit geschilderde bakstenen tuinmuur aan, met een grijs geschilderde plint, een deur in een zandkalkstenen omlijsting, en een recente houten poort.

Interieur. Bij de restauratie in 1989 (D. Depoorter) werden een aantal lancetvensters blootgelegd - daterend uit de oudste bouwfase van het klooster -, evenals de dragende structuur van moer- en kinderbalken met troggewelfjes, stucplafonds met rocaillemotief uit de eerste helft van de 18de eeuw, en het oorspronkelijke dakspant.