In 1889 opgetrokken breedhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder kunstleien zadeldak met dakkapel. De ontpleisterde lijstgevel in neoclassicistische stijl is opengewerkt door middel van een rechthoekige deur met bovenlicht en een risalietvormig venster - beide in een eenvoudige, hardstenen omlijsting met trapeziumvormige sluitsteen -, en licht getoogde verdiepingvensters in een bakstenen omlijsting. De gevel is horizontaal geleed door de afgeschuinde, hardstenen plint, doorgetrokken lekdrempels en de spiegelfries onder de tand- en kroonlijst op klossen. De houten dakkapel, oorspronkelijk met frontonbekroning en voluten, werd in de tweede helft van de 20ste eeuw vervangen door de huidige.