Neoclassicistisch ensemble dat gevormd wordt door een monumentale herenwoning aan het Sint-Jacobsplein, een éénlaags bijgebouw, een koetspoort en een tuinmuur aan de Biezenstraat, en tot garage omgevormde stallingen aan de zijde van de Kapucijnenvoer.

Het ontwerp van de herenwoning, 1824 gedateerd, is van de hand van A. De Bruyn en toont een vijf traveeën brede pleingevel met links een éénlaags gebouw waarin een diensttoegang, en een hoofdgevel aan de Biezenstraat, met in de derde travee een monumentale rondboogdeur in empirestijl naast een rondboogpoort en een langgerekte tuinmuur met spiegels. Of dit ontwerp ooit uitgevoerd werd, is niet zeker: de bestaande toestand verschilt van het ontwerp, er zijn geen sporen van eventuele wijzigingen en in het archief zijn geen andere bouwaanvragen bewaard. In zijn huidige vorm: breedhuis van tweeënhalve bouwlaag onder een leien zadeldak met schild, met acht traveeën aan het Sint-Jacobsplein en drie traveeën aan de Bieststraat. De eenvoudige, bepleisterde lijstgevels worden gekenmerkt door een rondboogpoort met houten poortvleugels in de derde travee aan de pleinzijde, door beluikte vensters met hardstenen lekdrempels en afgedekte steigergaten. De gevels zijn horizontaal geleed door de plint in zandhoudende kalksteen, de cordonlijst onder de mezzanino, en de kroonlijst op klossen.

De rechthoekige tuinpoort aan de Bieststraat is gevat in een zandkalkstenen omlijsting, gevormd door oplopende pilasters onder een hoofdgestel met een kroonlijst op klossen. De daaraan palende tuinmuur met blindvensters en de stallingen werden vermoedelijk in het laatste kwart van de 19de eeuw bijgebouwd. Mogelijk dateert de polygonale uitbouw tegen de achtergevel uit dezelfde periode. De garagepoort in de stallingen aan de zijde van de Kapucijnenvoer werd in 1953 toegevoegd.

Het schrijnwerk van poorten, vensters en luiken bleef volledig bewaard.