Dit burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl werd rond 1900-1901 gebouwd naar ontwerp van A. de Doncquers voor rekening van L. de Doncquers. De woning bestaat uit twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Oorspronkelijk sloot rechts naast deze woning een poortgebouw aan met dezelfde bouwhoogte, een volume dat werd afgebroken voor de realisatie van de meergezinswoningen op nummer 75-77. Ondanks deze afbraak en de aanpassingen in de gevel, bleef het karakter van de woning bewaard.

De woning heeft een brede venstertravee links en een smalle deurtravee rechts. De venstertravee is gemarkeerd door een hoger opgaande neo-Vlaamse renaissance geveltop, oorspronkelijk met topstukken. Op de begane grond is in het souterrain een garage ingebracht, waardoor het oorspronkelijke deurvenster met balkon op de verhoogde begane grond zijn verdwenen. Markante driezijdige erker op de verdieping, met ijzeren borstwering; bekroond door het balkon van de zolderverdieping. In de deurtravee, een houten kroonlijst op klossen waaronder zich een rolwerkcartouche met jaartal "1901" bevindt, geflankeerd door klauwende leeuwen. Deur met fraai gedeeld bovenlicht, op de verdieping een natuurstenen vensterkozijn.