Door V. Broos in 1936 ontworpen woning in modernistische stijl, opgevat als een enkelhuis met een brede venster- en een smalle deurtravee, en drie bouwlagen onder een plat dak.

De gevel, voorzien van een parement van gele baksteen, wordt gekenmerkt door een samenspel van horizontale en verticale lijnen. De verhoogde deurtravee is sterk verticaal geleed door overhoekse pilasters met hardstenen aanzet en dito dekstenen onder een gestileerd topstuk. De venstertravee is eerder horizontaliserend door het brede pseudo-drielicht in de tweede bouwlaag, waarvan de vensters gescheiden worden door overhoekse tussenstijlen in keramiektegels. Deze tussenstijlen lopen uit op eveneens overhoekse, doch verdiepte pilasters in baksteen, en flankeren het venster van de derde bouwlaag. Fraaie details zijn het oculus in de deurtravee met oorspronkelijk glas in lood, de subtiele vensteromlijstingen in rode keramiektegels en de kroonlijst met afgeschuinde hoeken. Houten schrijnwerk met eenvoudig glas in lood (rood en groen) en recente winkelpui.