Geheel van twee voormalige pakhuizen, in hun huidige vorm met drie traveeën en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak dat voorzien is van dakkapellen met laadluik en -venster en hijsmechanisme.
De panden werden vermoedelijk rond 1800 opgetrokken bij de voormalige brouwerij "de Borse" en hadden in oorsprong volledig opengewerkte gevels, met vensters en luiken in een pseudo-vakwerkstructuur van aaneengesloten, hardstenen penanten, lekdrempels en lateien, zoals nog zichtbaar in de linkse traveeën van nummer 15. Het geheel was in 1825 al in twee eigendommen opgesplitst. Vermoedelijk werden de panden in het derde kwart van de 19de eeuw, bij de sluiting van de brouwerij, herbestemd als woningen.
De hardstenen plint (overschilderd in nummer 13), de houten luiken op de begane grond, de T-vensters en de geprofileerde kroonlijsten geven het geheel een neoclassicistisch uitzicht.
Nummer 13 werd in 1855 verbouwd: het aantal traveeën werd van vijf naar drie gereduceerd, zoals de ontlastingsbogen aanduiden. Hierbij werden de hardstenen lateien, onderdorpels en penanten hergebruikt voor de huidige deur- en vensteromlijstingen.
Recent schrijnwerk in de bovenbouw.
AROHM Vlaams-Brabant, Leuven: Archief Monumenten en Landschappen, beschermingsdossier (29.11.1976).
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 19236 (bouwvergunning 14.05.1855).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)