Historische hoeve, gelegen in een bocht van de weg. Als site reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778), het primitief percelenplan (circa 1835) en als "Ferme Hagebaert" op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843), met bijna identieke configuratie met U-vormige min of meer gesloten opstelling. Op deze kaarten ten noorden van de hoevegebouwen merkwaardige nagenoeg ruitvormige omwalling zonder bebouwing, waarvan op vandaag op het terrein niets meer te merken valt (wel nog aangeduid op het actueel kadasterplan). Het perceel van deze omwalling wordt circa 1879 gesplitst bij de bouw van een tweeledig bakhuis. De betekenis van deze configuratie met (oorspronkelijk) onbebouwde omwalling is niet duidelijk, mogelijk wijst het op een vroegere opperhof-/ neerhofconfiguratie. Enkel archeologisch onderzoek zou hier meer duidelijkheid in kunnen brengen. Nog in 1879 wordt de haakse stal- en schuurvleugel gewijzigd naar de huidige configuratie.
De hoeve bestaat uit lage bakstenen bestanddelen met L-vormige opstelling rondom het deels verhard driehoekig erf met centrale mestvaalt (bakstenen opstand) en bewaarde kasseistroken. Links van de erftoegang, kleine Mariakapel bij drinkpoel.
Ten noorden van het erf, geelbakstenen boerenhuis dat in kern zeker teruggaat tot de 18de eeuw confer bouwkenmerken (confer infra) en het jaartal "1763" in vooruitspringende helrode baksteen in de rechter zijgevel. Erfgevel van vier traveeën en rechts twee opkamertraveeën onder licht hogere nok. Het zadeldak is bedekt met golfplaten ter vervanging van vroegere strobedaking, op een bij de eigenaars bewaarde tekening met een situatie minimaal van de jaren 1920 is de strobedaking van het huis en een gedeelte van de stalling bewaard. Gewijzigde licht getoogde muuropeningen met beluikt schrijnwerk uit de eerste helft van de 20ste eeuw confer de mutatieschets van 1928 die aangeeft dat het huis (en ook de kapel 'in puinen' lagen) wat gezien de duidelijk 18de-eeuwse kenmerken van het huis zeker een overdrijving is. Wellicht slaan deze 'puinen' enkel op een gedeelte van de erfgevel confer bouwnaden. Licht getoogde muuropeningen onder strek. Schuiframen met gelede bovenlichten uit de jaren 1920, groengeschilderde luiken. In de linker opkamertravee, groen beschilderd houten kloosterkozijn op bakstenen afzaat. Eronder korfbogig kelderraampje. De rechter opkamertravee is blind en toont bouwsporen wat mogelijk verband houdt met de verbouwing van circa 1879 waarbij de (stal)vleugel los van het huis herbouwd wordt.
De rechter zijgevel van het huis is het meest uitgewerkt: rechthoekige muuropeningen gevat in korfboognissen, met name twee brede keldervensters, een centraal opkamervenster (op afzaat) en twee laaddeuren. Bewaard schrijnwerk: bolkozijnen met diefijzers voor kelder- en opkamervensters, en beluikte kloosterkozijnen voor de zolder.
Bewaarde indeling. Bewaarde balkenzoldering, moerbalken met velling en geprofileerde balksloffen.
Links sluit bij het boerenhuis een kleine, smalle stalling aan, als dusdanig reeds aangeduid op het primitief percelenplan (circa 1835). Laag geelbakstenen volume van vier traveeën met asemgaten onder laag zadeldak (Vlaamse pannen). Groen beschilderde staldeuren.
Ten oosten van het erf, één vrij lange stal- en schuurvleugel met stompe knik ter hoogte van de bocht, gesloten aanzicht vanaf de straat (in huidige vorm opgebouwd in twee fases). Deze configuratie dateert van circa 1879, doch onderging wellicht schade tijdens de Eerste Wereldoorlog confer inkorting ter hoogte van de erfoprit (mutatieschets 1928) en bij de eigenaars bewaarde tekening met in gevelveld hartvormig metselaarsteken en het niet uitgevoerde jaartal "1920". Links, (geel)bakstenen gedeelte (circa 1879) met twee getoogde staldeuren, laadluik en links hoger gesitueerd rondbogig luik naar een kippenhok. Rechts, gedeelte in rode baksteen na de Eerste Wereldoorlog heropgebouwd, stal en schuurpoort met klinket. Zadeldak met mechanische pannen.
Ten noorden van het boerenhuis in weide, geelbakstenen, deels begroend bakhuis van het tweeledige type onder zadeldak (mechanische pannen), volgens het kadaster opklimmend tot 1879. Rechthoekige muuropeningen onder meer onder strek
Links van de erftoegang, drinkpoel, en kapelletje van 1928 (confer mutatieschets), toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart confer verzorgd opschrift boven de deur. Roodbakstenen volume onder zadeldak (gekartelde gootlijst, mechanische pannen). Rondbogige toegang, dieper in blauwgeschilderde beglaasde paneeldeur als scheiding met het eenvoudig altaar met Mariabeeld. Beplankt 'gewelf'.
Bron: VANNESTE P. met medewerking van MISSIAEN H. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Lo-Reninge, bestaande uit deelgemeenten Lo, Noordschote, Pollinkhove en Reninge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL14, onuitgegeven wekdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De toegang tot de kapel wordt gemarkeerd door twee topiary van buxus.
Is deel van
Woestenstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/73724 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.