Teksten van Geheel van drie eclectische burgerhuizen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7374

Geheel van drie eclectische burgerhuizen ()

Geheel van drie burgerhuizen in eclectische stijl, gebouwd in opdracht van Victor Lynen, naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs uit 1888. De rijwoningen met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten een souterrain, en drie bouwlagen onder een mansardedak (leien).

Victor Lynen (Antwerpen, 1834-Baden-Baden, 1894), een vermogend graanhandelaar en bestuurder van diverse genootschappen, maakte naam als muziekmecenas en kunstverzamelaar, filantroop, liberaal politicus, en voorzitter van het uitvoerend comité van de Wereldtentoonstelling van 1885. Hij resideerde in het hotel Lynen-Könemann, een neoclassicistische stadspaleis aan het 'rond punt' van de Belgiëlei (huidige nummers 75A-77) hoek Nerviërsstraat, dat in 1860 was ontworpen door de architect Charles Servais. De componist Franz Liszt logeerde er in de jaren 1880 meermaals naar aanleiding van concerten. Na de verkaveling van de tuinen in 1901, werd het destijds opgesplitste hotel in 1904 voor twee derden gesloopt, en vervangen door de hotels Van Reybrouck. Het resterende hoekpand maakte in 1965 plaats voor een flatgebouw. De drie burgerhuizen in de Nerviërsstraat, rechtover zijn domein, waren vermoedelijk bedoeld als vastgoedinvestering. Een jaar na deze opdracht, liet Lynen ook het nieuwe koetshuis van zijn hotel door Hertogs ontwerpen.

De burgerhuizen Lynen behoren tot het vroegste oeuvre van Joseph Hertogs, die pas enkele jaren eerder, in 1885, zijn architectuurstudies aan de Antwerpse academie had beëindigd. Hij past hier een eclecticisme met neorenaissance-inslag toe, rijk geornamenteerd en gekenmerkt door de materiaalpolychromie. Het ontwerp is vergelijkbaar met een van zijn eerste belangrijke realisaties, het verdwenen Zeemanshuis uit 1890-91 aan de Ankerrui. Hertogs geldt als een van de meest succesvolle architecten in Antwerpen, met een loopbaan in dienst van de mercantiele burgerij die bijna een halve eeuw omspande, en een vijfhonderdtal woningen en openbare gebouwen opleverde. Aan de overzijde van de Nerviërsstraat bouwde hij in 1901 de woning Reclus.

Het gevelfront dat aan een repeterend schema beantwoordt, is volkomen symmetrisch van opzet, met een iets rijker uitgewerkt middenpand. Opgetrokken uit bak- en natuursteen, rusten de lijstgevels op een geblokte arduinen pui. De klemtoon ligt telkens op de middenas, die in het centrale pand wordt gemarkeerd door een rechthoekige erker, waarbij een entablementvenster aansluit met balustrade, flankeerzuiltjes en een gebogen fronton. Eenzelfde entablementvenster met een driehoekig fronton bepaalt de compositie van de twee flankerende panden. Verder worden de registers nadrukkelijk horizontaal belijnd door waterlijsten, met in het middenpand een pilasterorde en doorgetrokken balustrades als extra accent. Beëindigd met een klassiek hoofdgestel en een kroonlijst op consoles, sieren tegelfriezen de beide zijpanden. Van het oorspronkelijke houten schrijnwerk is enkel de fraaie inkomdeur van het middenpand bewaard, daar waar beide zijpanden over een smeedijzeren deur van omstreeks 1900 beschikken; de vensters en dakkapellen zijn vernieuwd. De inrijpoort die de pui van nummer 3 doorbreekt, is een latere verbouwing.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, bestaande uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol. Vestibule en trappenhuis flankeren op de begane grond de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda; oorspronkelijk bevond de keuken zich in het souterrain.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1888#1744.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2013: Geheel van drie eclectische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/143945 (geraadpleegd op ).


Rijbebouwing van drie burgerhuizen ()

Symmetrisch uitgewerkte rijbebouwing van drie enkelhuizen in eclectische stijl uit het laatste kwart van de 19de eeuw, elk van drie traveeën en drie bouwlagen onder mansardedak (leien, bitumen) met dakkapellen in neoclassicistische omlijsting. Lijstgevels van bak- en natuursteen op verhoogde begane grond met arduinen sokkel en keldervensters. Begane grond met geblokt parement van natuursteen. Bovenbouw met erker (nummer 5) en balkons, laatstgenoemde in klassieke entablementen met geringde zuilen en frontons. Markerende gekorniste lijsten per verdieping vermeerderd met panelen of balustrades van de aansluitende borstweringen. Gevelafsluiting met tegelfries (nummers 3 en 7) onder houten kroonlijst op langgerokken consoles. Rechthoekige en steekboogvormige muuropeningen.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van drie eclectische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7374 (geraadpleegd op ).