Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van Abraham Tolkowsky, naar een ontwerp door de architecten August Cols en Alfried Defever uit 1901. Van Russisch-Poolse Joodse origine emigreerde de diamanthandelaar Abraham Tolkowsky (Krynki, 1838-Kalmthout, 1913) in 1887 vanuit Bialystok in het huidige Polen naar Antwerpen, samen met zijn echtgenote Lipcha Moed (°Bialystok, 1840) en zes van hun kinderen geboren tussen 1870 en 1884. Hun oudste zoon Moïse of Maurice (°Bialystok, 1862) verbleef al sinds 1882 in Antwerpen. Als medestichter in 1893 van de Caisse Israëlite de Secours d’Anvers, later opgegaan in het Centraal Beheer voor Joodse Weldadigheid en Maatschappelijke Dienstverlening, behoorde Abraham Tolkowsky al snel tot de notabelen van de Antwerpse Joodse gemeenschap. Het diamantbedrijf A.M.I. Tolkowsky dat hij in 1897 samen met zijn zonen Maurice en Isidore oprichtte, verschafte tijdens zijn hoogdagen werkgelegenheid aan een honderdtal diamantslijpers. De woning Tolkowsky werd in 1987 gesloopt voor een nieuwbouwwoning.
De percelen van de woning Tolkowsky en de aanpalende huizen Wouters en Reclus, maakten voordien deel uit van de tuinen van het hotel Lynen-Könemann. Dit neoclassicistische stadspaleis aan het 'rond punt' van de Belgiëlei (huidige nummers 75A-77), hoek Nerviërsstraat, was in 1860 ontworpen door de architect Charles Servais. Victor Lynen (1834-1894), een vermogend handelaar en bestuurder van diverse genootschappen, maakte naam als muziekmecenas en kunstverzamelaar, filantroop, liberaal politicus, en voorzitter van het uitvoerend comité van de Wereldtentoonstelling van 1885. De componist Franz Liszt logeerde hier in de jaren 1880 meermaals naar aanleiding van concerten. Na de verkaveling van de tuinen in 1901, werd het destijds opgesplitste hotel in 1904 voor twee derden gesloopt, en vervangen door de hotels Van Reybrouck. Het resterende hoekpand maakte in 1965 plaats voor een flatgebouw.
Architecten Cols en Defever, die van 1899 tot minstens 1912 een gezamenlijke praktijk voerden, lieten zich in hun beginjaren opmerken door een opvallende reeks burgerhuizen in de wijk Zurenborg, waarbij zowel de art-nouveau-, neo-Grec- als neorococostijl op uitbundige wijze werden toegepast. De woning Tolkowsky ontwierpen zij in een veeleer sober, neoclassicistisch idioom, dat ook hun realisaties in de wijk Zuid kenmerkte.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain, twee bouwlagen en een mansardedak (leien) met oeils-de-boeuf. In de bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een geprofileerde arduinen plint, overheerst de neoclassicistische inslag. Symmetrisch van compositie ligt de klemtoon op het middenrisaliet, dat op de verdieping wordt gemarkeerd door een entablementvenster met balkon en siervazen, Ionische zuiltjes en een gebroken, segmentbogig fronton, en hogerop door een monumentaal dakvenster met lantaarn en topstuk in de vorm van een palmet. Horizontaal geleed door de puilijst, een doorgetrokken balustrade en het klassieke hoofdgestel met stucwerkfries en blinde attiek, voorziet het geveldecor verder in bossage, schijnvoegen en geriemde vensteromlijstingen met sluitsteen.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1901#1248, 1860#384; vreemdelingendossiers 481#62841 en 481#49245.