Herenhuis volgens cartografisch materiaal minstens opklimmend tot het eerste kwart van de 19de eeuw, naar stijlkenmerken (zie bepleisterde moerbalk, kooflijsten) mogelijk ouder. In het vierde kwart van de 19de eeuw in noordoostelijke richting en naar tuinzijde toe vergroot en voorzien van driezijdig trappenhuis met hoge rondboogramen en achtzijdige oculi voorzien van sierlijke ijzeren roedeverdeling. In begin 20ste eeuw andermaal verlengd in noordoostelijke richting.
Breedhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (kunstleien) met aan weerszij lage aanbouwtjes onder plat dak. Sobere, heden gecementeerde neoclassicistische voorgevel op natuurstenen plint; driehoekig fronton met oculus in middenrisaliet. Horizontaliserende en symmetrische gevelopbouw versterkt door geprofileerde water- en cordonlijst. Hoofdgestel met spiegels tussen uitgelengde modillons op klossen. Toegang rechts, via omlijste rechthoekige poort; beglaasde dito poort met ijzeren roedeverdeling zie trappenhuisramen in de achtergevel.
Interieur
Rechthoekige plattegrond met rechts koetsdoorrit die toegang tot hogergelegen salons en trappenhuis verschaft. Rijkelijk interieur uit de tweede helft van de 19de eeuw. Aan straatzijde met elkaar verbonden salons voorzien van origineel binnenschrijnwerk en marmeren schouwmantels. Neorenaissance stucplafonds met putti op consoles en fraaie beschilderde slingertrap in monumentale traphal.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)