De gesloten hoeve Vandesande klimt op tot de 18de eeuw en vormt een materiële getuige van een typisch agrarische bewoningsvorm met boerenbedrijf in de Vlaamse Ardennen. Het onmiddellijk omringend grasland maakt als functioneel bijhorend en oorspronkelijk cultuurlandschappelijk kader onlosmakelijk deel uit van de hoevesite evenals de deels ommuurde voormalige moestuin die de westzijde van het binnenerf afsluit en de rest vormt van een vroegere schuur.
Op de Kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) is binnen het oude gehucht “Breedstraete” op dezelfde locatie aan de Molenbeek al een gesloten hoeve met vierkante aanleg weergegeven.
De benaming ‘Hof Vandesande’ verwijst naar de familie die gedurende generaties tot eind 19de eeuw eigenaar was van de hoeve. Volgens het kadasterarchief werd gelijktijdig met de verkoop van de hoeve in 1896 de sloop geregistreerd van het gebouw (naar verluidt een voorraadschuur) aan de westelijke erfzijde ter hoogte van de latere omsloten moestuin.
Omstreeks 2003 vonden werken plaats aan de boerenwoning. Het houtwerk van de ramen werd naar bestaand model vervangen. Tevens werd de gootlijst van de erfgevel gewijzigd tot een geknikte dakoverstek. De hoeve is op het moment van de bescherming (2011) in gebruik als woning, opslag- en werkplaats van een schrijnwerkerij voor de constructie van kleine houten bijgebouwen. Op het omringend bijhorend grasland werd een oude poel terug uitgegraven, een hoogstamboomgaard aangeplant en houtkanten aangebracht.
De gebouwen van de voormalige hoeve vormen een monumentaal en karakteristiek landelijk gebouwencomplex dat met zijn typische gesloten constellatie binnen zijn agrarische landschappelijke context prominent aanwezig is en zeer herkenbaar is als historische bouwvorm van het landbouwbedrijf. De hoeve ligt excentrisch van de laag gelegen dorpskom van Everbeek-Beneden en dicht bij de zuidelijke gemeentegrens van Everbeek met de provincie Henegouwen. De grote en fraaie voormalige hoeve van het gesloten type ligt geïsoleerd naast een zijweg parallel aan de Molenbeek/Terkleppenbeek en bevindt zich in een van west naar oost lopende beekdepressie tussen afgeronde heuvelruggen, deel uitmakend van het gebied met een uitgesproken rij heuvels in het zuiden van de Vlaamse Ardennen. Haaks tegenover de erftoegang vertrekt in aansluiting met de verharde weg een aardeweg over de beek doorheen het ten zuiden gelegen weiland.
De voornaamste gebouwen van de verankerde bakstenen hoevegebouwen sluiten in U-vorm aaneen tot een entiteit onder snijdende pannen zadeldaken, wellicht grotendeels opklimmend tot de 18de eeuw. De deels gekasseide onregelmatige rechthoekige binnenplaats met min of meer centraal gelegen vroegere mestvaalt wordt aan drie zijden omsloten door hoevegebouwen en aan de westelijke zijde door een hoge bakstenen muur met aanleunende serre/hok. Daarachter ligt een deels ommuurde moestuin/boomgaard waarvan de omvang en muurresten waarschijnlijk teruggaan op het hier vroeger gelegen bedrijfsgebouw.
Ten zuiden bevindt zich de erftoegang in het midden van voorin aan de straat gelegen hoevegebouw met brede doorrit voorzien van rechthoekige toegangspoort en deur.
Ten noorden situeert zich de langgerekte boerenwoning met één bouwlaag van oorspronkelijk zes traveeën uit de 18de eeuw, aan de rechterzijde volgens bouwnaad wellicht later uitgebreid met tweede opkamer van twee traveeën op buitenkelder. Het dakschild bestaat aan de erfzijde uit zwarte mechanische pannen, achteraan uit zwarte Vlaamse pannen. Het horizontaliserend karakter van de lange erfgevel wordt benadrukt door de hoge gecementeerde plint met schijnvoegen. De geknikte dakoverstek werd recent voor het moment van de bescherming (2011) hersteld. De typisch 18de-eeuwse muuropeningen zijn gevat in hun authentieke omlijstingen: zes per twee gegroepeerde hoge steekboogvensters in gewitte omlijstingen met gebogen druiplijst en op hardstenen onderdorpel. De lage gedrukte korfbogige voordeur met accentuerende omlijsting van gesinterde en rode baksteentjes met imposten, sleutel en geprofileerde druiplijst is karakteristiek. De deur wordt voorafgegaan door een verbredende deurstoep van drie treden. Twee rechthoekige opkamervensters met gewitte latei bevinden zich boven de gebogen kelderdeur met buitenkeldertrap en keldervenster. Het T-vormig houtwerk van de vensters in de erfgevel werd in 2003 naar bestaand model vervangen. In de uiterst rechter travee van de aanleunende schuur in de noordoostelijke erfhoek bevindt zich de poort.
De linker zijpuntgevel van de boerenwoning is gedecoreerd met vlechtingen en ruitvormige siertopanker tegen de schouw in nieuw metselwerk. Het gedicht centraal rechthoekig zoldervenster bevindt zich boven het open aanbouwsel met golfplaten lessenaarsdak. De achtergevel van de boerenwoning omvat kleine getraliede kelderopeningen in de lage gecementeerde plint. De gevel wordt afgelijnd door een houten daklijst onder een dakoverstek op daklijstbalkjes en met hanggoot. De rechthoekige vensters met gewitte latei en hardstenen lekdorpel zijn ter beveiliging voorzien van ijzeren tralies. De lage steekboogvormige achterdeur is gevat in een gewitte omlijsting met imitatie negblokken en aflijnend recht waterlijstje. Het schuurgedeelte is enkel geopend met twee rijen nu overwegend gedichte verluchtingsspleten.
Het interieur van de boerenwoning omvat een driedelige huiskelder met tongewelven gevloerd met bakstenen en rode vierkante tegels. De aanpalende kelder is toegankelijk via buitenkeldertrap afgedekt met balkenlaag en is uitgerust met een bakoven; gevloerd met natuurstenen tegels. De woning met drie niveauverschillen heeft de indeling grosso modo behouden. Verder werd de aankleding binnenin gewijzigd, naar verluidt omstreeks 1935.
Beide bedrijfsvleugels vormen imposante gebouwen van dezelfde hoogte en bevatten gedeeltelijk stallen met een zolderverdieping. De oostelijke bedrijfsvleugel met L-vormige schuur sluit haaks aan bij het boerenhuis en incorporeert van noord naar zuid een schaapsstal, varkensstal en koeienstal. Zowel ten noorden als ten zuiden bevat het hoekgedeelte een schuur. De baksteenbouw omvat roodgeschilderde verankeringen, rood geschilderd houtwerk (deuren, poorten en luiken) en zelfs sporen van een pleisterlaag met rode verwerkingslaag. Ter hoogte van de koeienstal is de erfgevel verzwaard met lisenen. Onregelmatige zandstenen blokken zijn verwerkt in de plint en als hoekstenen van de getoogde schaapsstaldeur. De rechthoekige deur van koeienstal en varkensstal is gevat tussen hardstenen posten en met hardstenen latei, onder rollaag. Dit materiaalgebruik is vooral een streekeigen aspect van Henegouwen. Tussen beide deuren is ook een deels gedicht stalvenster gevat in hardstenen omlijsting en een zolderluik onder daklijst met overstek en hanggoot. Vier lisenen zijn aangebracht tegen de achtergevelzijde van de koeienstal met een staldeur met houten latei en zolderluik onder de daklijst. Voorts zijn nog een staldeur in hardstenen omlijsting en een schuurpoort aanwezig. De balkenlaag in schaapsstal/schuur en varkensstal is samengesteld.
De koeienstallen bevatten een zeldzame en bijzonder merkwaardige overwelving, bestaande uit negen gedrukte koepelvormige bakstenen gewelven met bogen op vier hardstenen zuilen met dekplaat en op lisenen. Voorbeelden van op dergelijke wijze gewelfde stallen op grote vierkantshoeves werden genoteerd in Waals-Brabant te Bevekom (L’Ecluse) in de ‘Ferme de Nahenges’ en te Gembloux (Mazy) in de provincie Namen. De noordelijke dwarswand van de koeienstal is uitgerust met drie dubbele monoliete voederbakken.
De aan de straat ingeplante zuidvleugel vertoont een lichte gevelknik ter hoogte van de paardenstal, de overgang wordt tevens aangegeven door verschillend baksteenmetselwerk en door overgang in dakschild van rode naar zwarte pannen. Het licht overstekend zadeldak omvat hanggoten aan weerszijden. De straatgevel bevat twee brede rechthoekige poorten onder zware houten latei. Rechts daarvan bevindt zich een toegevoegde vooruitspringende aanbouw onder lessenaarsdak in het verlengde van het dakschild; opzij met lage poort onder I-latei en aan de straatzijde verlicht door een rij verluchtingsspleten. De erftoegang verloopt via een centrale doorrit met voetgangersdeurtje onder houten latei links van de poort. Het betreft een brede doorrit onder een samengestelde balkenlaag. Aan de erfzijde is de brede toegang onder zware verankerde latei aan de ene zijde afgewerkt met afgerond metselwerk en aan de andere met sponning. De erfgevel is verder voorzien van een brede korfboogvormige poort met sponning. De paardenstal in het westelijke gedeelte omvat een steekboogdeur, een rechthoekig venstertje naast de pomp en diverse zolderluikjes; in de erfhoek is nog een toegang met rolpoort aanwezig. Een overwelfde bieten- en aardappelkelder situeert zich in de oosthoek naast de wagenpoort. De paardenstallen in het westelijk deel zijn nog deels voorzien van bepleisterde bakstenen troggewelven tussen overhoekse houten liggers op moerbalken, sinds de tweede helft van de 20ste eeuw verstevigd met steunen (baksteen en beton).
De hoevegebouwen zijn omringd door percelen grasland met enkele verspreid staande bomen, volgens de Biologische Waarderingskaart (versie 2, 1997-2010) betreft het historisch permanent grasland. Aanpalende en in eigendom bij de hoeve horende percelen werden volgens de primitieve legger (circa 1834) geregistreerd als weiland en boomgaard.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. & Duchêne H. 2015: Hoeve Vandesande [online], https://id.erfgoed.net/teksten/177105 (geraadpleegd op ).
Vrij grote en fraaie voormalige hoeve van het gesloten type, naar verluidt naar de oprichters voorheen zogenaamd "Hof Vandesande" (tot eind 19de eeuw bezit van de familie Vandesande). Vierkante aanleg minstens teruggaand tot laatste kwart 18de eeuw; nu geïsoleerd gelegen aan het einde van een zijweg naast de Molenbeek. Bakstenen hoevegebouwen onder snijdende pannen zadeldaken met idem nokhoogte, wellicht voornamelijk uit 18de eeuw en eerste helft 19de eeuw. Deels gekasseide rechthoekige binnenplaats, min of meer centrale vroegere mestvaalt. Rechthoekige toegangspoort en -deur voor de brede doorrit opgenomen midden in het voorste hoevegebouw (zuiden)
Ten noorden, boerenwoning van oorspronkelijk zes traveeën uit 18de eeuw, rechts later uitgebreid met tweede opkamer van twee traveeën (confer bouwnaad). Vlechtingen in linker zijpuntgevel met siertopanker. Erfgevel met typisch 18de-eeuwse muuropeningen in hun authentieke omlijstingen: per twee gegroepeerde hoge steekboogvensters in gewitte omlijstingen met gebogen druiplijst en op hardstenen onderdorpel; lage gedrukte korfbogige voordeur in omlijsting van gesinterde en rode baksteentjes met imposten, sleutel en druiplijst; voorafgegaan door brede deurstoep van drie treden. Achterdeur geaccentueerd door rechthoekige gewitte omlijsting. Driedelige huiskelder met tongewelven; bakoven in kelder met balklaag van uitbreiding ernaast, toegankelijk via buitenkeldertrap. Woninginterieur aangepast naar verluidt circa 1935.
Ten oosten, L-vormig bedrijfsgebouw aansluitend bij boerenwoning waarin van noord naar zuid schuur, schaapsstal, varkensstal, koeienstal. Twee rijen verluchtingsspleten, de meeste gedicht. Onregelmatige zandstenen blokken in plint en als hoekstenen van getoogde schaapsstaldeur. Hardstenen posten en latei voor deuren van koeienstal en varkensstal. Balklaag in schuur en varkensstal. Bijzonder merkwaardige overwelving in de koeienstallen: negen gedrukte koepelvormige bakstenen gewelven met bogen op vier hardstenen zuilen met dekplaat en op lisenen; twee monolieten met drie voederbakken.
Overwelfde bieten- en aardappelkelder in oosthoek van zuidvleugel naast korfbogige wagenpoort; paardenstallen in westdeel van zuidvleugel nog deels voorzien van bepleisterde bakstenen troggewelven tussen overhoekse houten liggers op moerbalken, sinds tweede helft 20ste eeuw verstevigd met steunen (baksteen en beton).
Westelijke erfzijde thans begrensd door ommuurde moestuin, voorheen door schuur (verdwenen sedert eind 19de eeuw).
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. & Duchêne H. 1999: Hoeve Vandesande [online], https://id.erfgoed.net/teksten/73918 (geraadpleegd op ).