Deze burgerwoning in strakke art nouveau werd rond 1908 gebouwd volgens een ontwerp dat Gustave Fierens tekende voor de Nederlands-Joodse diamantbewerker en -koopman Eduard Abraham van Creveld (Veenendaal, 1875-Auschwitz, 1942) die op Zurenborg woonde in de Arendstraat 8. Hij vestigde zich in 1904 met zijn echtgenote Eva Hoedemaker (Amsterdam, 1878-Auschwitz, 1942) en hun zoon Abraham Samuel (°Amsterdam, 1903) vanuit Amsterdam te Antwerpen, waar in 1910 dochter Esther geboren werd. Twee percelen verderop in de Oostenstraat had Salomon Hoedemaker, de oudere broer van Eva van Creveld-Hoedemaker al in 1906 het huis "'t Daghet in den Oosten" laten bouwen. Beide werden vanuit de Kazerne Dossin gedeporteerd naar Auschwitz, respectievelijk met het VIIde transport op 1 september 1942 en met het XIIIde transport op 10 oktober 1942.

De begane grond van de woning werd verbouwd in functie van de samenvoeging met het naastgelegen pand op nummer 27. Oorspronkelijk had de begane grond een hele klassieke indeling, met rechts de deur en links twee rechthoekige vensters.

Bewaarde bakstenen bovengevel met uitgesproken art-nouveau-kenmerken, vooral af te lezen in de verfijnde hardstenen decoratie: cirkelvormige versiering op de borstweringen van de derde bouwlaag, lisenen met topstuk links en rechts van de bladwerkfries. Gekoppelde bovenvensters met originele roedeverdeling; ijzeren borstwering aan het drielicht op de bel etage.

Klassieke enkelhuisplattegrond, met smalle gang met trappenhuis in de rechter travee en enfilade van salon, eetplaats en veranda in de brede venstertravee. Achter de gang, in een lagere aanbouw, de keuken en een pompplaats met wc.