Twee panden die volgens de vermoedelijke bouwvergunning opgetrokken werden in 1861 als een ensemble van repeterende enkelhuizen, met twee bouwlagen en elk drie traveeën onder zadeldak, voorzien van typerende rechthoekige muuropeningen met afgeronde bovenhoeken. Nummer 51 werd in 1911 voorzien van een erker - gelijktijdig met het verlagen van de lekdrempels van de bovenvensters - en vermoedelijk na oorlogsteisteringen hersteld(?) zie de gevelsteen met "ANNO 1915" boven de deur. Nummer 53 werd na teisteringen door brand in 1915 heropgebouwd: op het gevelontwerp met een middenvenster in plaats van het huidige deurvenster met balkon. De lijstgevels, bepleisterd met schijnvoegen en muurbanden boven de arduinen plint, zijn voorzien van een decor met geriemde rechthoekige omlijstingen met siersluitstenen voor de bovenvensters, een festoen in de deurtravee van nummer 51, typische panelen onder de bovenste lekdrempels van nummer 53 en in de aflijnende friezen onder de gekloste houten kroonlijsten. Mansardebedaking met dakvensters.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)