Panden die behoren tot de 19de-eeuwse neoclassicistische bebouwing van het plein, blijkbaar vanaf de jaren 1840-1850 op verlegde rooilijn opgetrokken. Drie in hoogte verkleinende bouwlagen en drie à vier traveeën met enkel- of dubbelhuisopstand, op nummer 1 na onder zadeldak. Oorspronkelijk bepleisterd, met rechthoekige deuren en vensters - volgens oude afbeeldingen beneden beluikt -, op de tweede bouwlaag doorgetrokken lekdrempels en markerende balkons met voluutconsoles onder de balkonplaat, en aflijning door een houten kroonlijst met klossen.
Nummer 1 werd volgens archiefgegevens opgetrokken in 1880, blijkbaar ter vervanging van een kleiner pand en als ensemble met het inmiddels gesloopte en door een appartementsgebouw vervangen nummer 2. In 1969 herbepleisterd, met gelijktijdig verwijdering van de vensteromlijstingen. Middenbalkons op de twee bovenverdiepingen van bij oorsprong en mansardebedaking met dakvensters. Heden met gevelbrede winkelpui ter vervanging van de oorspronkelijke enkelhuisopstand.
Nummer 3 dateert van 1840 en is op de bovenste bouwlaag voorzien van lekdrempels op voluutconsooltjes. In 1910 werd boven de deur de huidige erker aangebracht en in 1935 de twee gelijkvloerse rechtervensters omgevormd tot vitrines: vermoedelijk werden toen ook de gevel ontpleisterd en al de muuropeningen beneden voorzien van kleurrijke, art-deco-getinte glas-in-loodlichten. Heden brede, in de kroonlijst geïntegreerde erker in plaats van oorspronkelijk een dakvenster boven de derde travee.
Nummers 7-11.Oorspronkelijk uniform bepleisterde gevelwand met hardstenen plint voorzien van keldergaten, zelfde cordonmarkering en kroonlijsthoogte. Nummers 9, 10 en 11 werden vermoedelijk als één geheel opgetrokken in 1853, met op de bovenverdieping een ver overkragende druiplijst op consoles boven de deurvensters - waarvan in nummer 9 het balkonhekken werd vernieuwd - en geriemde omlijstingen aan de vensters. Bij het inmiddels ontpleisterde nummer 11, typerende ijzeren vensterleuningen in de bovenbouw en in 1911 door architect A. Blomme (Brussel/Elsene) voorzien van een houten erker.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 32175 (bouwvergunning 20.09.1880) en dossier 120088/6395 (bouwvergunning 16.06.1969); dossier 14211 (bouwvergunning 04.07.1840), dossier 71407 (bouwvergunning 17.01.1910) en dossier 94803 (bouwvergunning 30.01.1935); dossier 13924 (bouwvergunning 21.02.1853) en 72967 (bouwvergunning 22.06.1911).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)