Drie wederopbouwpanden met enkelhuisopstand en eclectische lijstgevels van bak- en natuursteen.

Nummer 26, in een cartouche gedateerd 1921, en nummer 32, met inscriptie "ANNO-1923", werden ontworpen door architect G. Sterckx: nummer 26 vertoont een gemengde, fantasievolle interpretatie van renaissance-, barok- en classicerende elementen zie de venstervormen en omlijstingen, de sluitstenen en consoles, het decor met cartouches, wortelmotieven en mascarons, en de detaillering van het traliewerk in de deur.

Nummer 32 getuigt van een strakkere classicerende opstand met kolossale pilasters, panelen- en festoenendecor, vrouwenhoofden als sluitstenen en console, gestileerde borstweringen en fraai hout- en schrijnwerk in deur. Tot de latere aanpassingen behoren onder meer in nummer 26 de toegevoegde mansardeverdieping en in nummer 32 de verlaagde benedenvensters in functie van een handelspui.

Nummer 29 is gekenmerkt door een meer uitgesproken eigentijdse inbreng zie onder meer het gestileerde decor voor de lateien en de bekroning van de typerende hoeklisenen. Markant is verder het sierlijk uitgevoerd ijzerwerk van de balkonhekken en het bovenlicht van de deur.

Nummer 34 vertoont een verzorgde, traditionele opstand met vage laatgotische/renaissancistische inslag in de vormgeving en detaillering van de deuromlijsting met bovenlicht; decoratieve houten kroonlijst met modillons en dakvensters met windbordaflijning en spitsbekroning.