Kleine arbeidershuisjes die voorheen deel uitmaakten van een groter geheel en die naar hun huidig uitzicht minstens opklimmen tot het tweede kwart van de 19de eeuw. Breedhuisjes van anderhalve bouwlaag, totaal negen traveeën, en per twee gekoppeld onder een gemeenschappelijk zadeldak met overstekende dakrand boven zinken gootlijsten. De manke dakhelling bij nummers 6-8 wijst blijkbaar op een verhoging: wellicht betreft het hier een oudere kern die mogelijk een restant vormt van de vier, in 1782 geciteerde (zie A. Meulemans) achterin gelegen huisjes die hoorden bij het hoekhuis "De Gulde Handt", Tiensestraat nummer 79. Beschilderde of met schijnvoegen bepleisterde lijstgevels, deels aangepaste rechthoekige muuropeningen beneden onder bewaarde houten latei - bij nummer 6 in een zandstenen blokomlijsting - en dito vensters erboven, ten dele blind. De panden vertoeven momenteel in een vrij verwaarloosde toestand.