Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van Achille Torhoudt, naar een ontwerp door Eugeen Wattiez en Fritz Hanno uit 1903. Aan het begin van hun loopbaan voerden deze architecten een gemeenschappelijke praktijk, die stand hield van 1900 tot 1903. Het bureau "Wattiez & Hanno Arts d'Industrie", gevestigd aan de Eiermarkt, legde zich toe op nieuwbouwprojecten, interieurinrichting en -renovatie. Wattiez was vervolgens nog een dertigtal jaar op zelfstandige basis actief. Uit de periode vóór de Eerste Wereldoorlog zijn zowel realisaties in conventionele neoclassicistische, eclectische en neo-Vlaamserenaissance-stijl bekend, als ontwerpen in art-nouveaustijl. Van Hanno is in Antwerpen enkel het hotel Steens uit 1911 aan de Arthur Goemaerelei bekend, gegevens over zijn verdere loopbaan ontbreken. Het uitbundige stucdecor dat de woning Torhoudt onderscheidt, is sterk verwant met dat van de gekoppelde woningen Sels, een ontwerp van Wattiez uit 1907 in de Cobdenstraat.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een mansardedak (leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen, rust op een druk bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de bovenverdieping gemarkeerd door een breed balkon met doorgetrokken balustrade en leeuwenkoppen op zware, gekoppelde consoles. Markant dakvenster met gebroken, driehoekig fronton en balustrade op consoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen. Een houten kroonlijst op uitgelengde consoles vormt de gevelbeëindiging; de oeils-de-boeuf die oorspronkelijk het dakvenster flankeerden zijn verdwenen. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195035 (geraadpleegd op ).
Neobarok enkelhuis uit het vierde kwart van de 19de eeuw; drie traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak met monumentale dakkapel. Bepleisterde, beschilderde lijstgevel op arduinen sokkel, volplastisch gedecoreerd met panelen, schijnvoegen, diamantkoppen. Imposant bel-etagebalkon op gekoppelde voluutconsoles; sterk geornamenteerde balustrades met leeuwenkop. Bovenvensters en dakkapel in diverse neobarokke entablementen, waarvan de kroonlijsten tevens de gevel afsluiten.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7419 (geraadpleegd op ).