Schoolgebouw in art-decostijl gebouwd in opdracht van de Broeders van de Christelijke Scholen, naar een ontwerp door de architect Jo. De Bouver uit 1927, uitgevoerd in 1928-1929. De klassenvleugel met feestzaal ingeplant aan de Dahliastraat (tussen nummers 16 en 22), maakt deel uit van het gebouwencomplex van het voormalige Sint-Henricusgesticht, dat zich uitstrekt tussen de Oudesteenweg en de Dahliastraat. Het omvat verder een langgerekte klassenvleugel ingeplant loodrecht op de Oudesteenweg uit 1968-1975.
Het Sint-Henricusgesticht werd in 1904 opgericht door Joannes Coeckx (Waarloos, 1857-Boechout, 1915), pastoor van de Sint-Lambertusparochie, als betalende katholieke lagere school met Frans als voertaal. Datzelfde jaar ontwierp de architect Louis De Vooght een geheel van vier huurhuizen en een achterliggend schoolgebouw op de links aanpalende percelen (Dahliastraat 22-30). In 1906 ging het Sint-Henricusgesticht ook van start met middelbaar onderwijs, en in 1908 werd de voormalige brouwerij Embrechts in de Oudesteenweg aangekocht. Een bouwproject uit 1912 verbond dit complex met het schoolgebouw uit 1904. Zeven huizen in de Dahliastraat aangekocht in 1914, werden gesloopt in 1927 voor de bouw van de nieuwe klassenvleugel. Sinds 1915 had het Nederlands de oorspronkelijk Franse voertaal vervangen, en in 1958 nam de school de nieuwe naam Sint-Henricusinstituut aan. De oudste schoolgebouwen, die in 1944 schade hadden opgelopen door een vliegende bom, maakten in 1968-1975 plaats voor nieuwbouw. Na opheffing van de middelbare afdeling in 1993, bleef van het Sint-Henricusinstituut enkel de basisschool over, die vandaag gehuisvest is in de behouden klassenvleugel uit 1927-1929.
De klassenvleugel met feestzaal van het Sint-Henricusgesticht, is de enige gekende realisatie in Antwerpen van Jo. De Bouver, die in Brussel vermoedelijk actief was van de vroege jaren 1920 tot de late jaren 1950. Ten tijde van de bouw leidde de architect een ‘Bureau Technique’ gespecialiseerd in gewapend beton. Uit het interbellum tekende hij voor ontwerpen in cottagestijl, art deco en een Nederlands geïnspireerd baksteenmodernisme. Tot zijn belangrijkste naoorlogse realisaties behoort de traditionalistische Heilig Hartkerk uit 1952-1954 aan de Correggiostraat in Brussel.
Het schoolgebouw met een gevelbreedte van zes traveeën omvat een souterrain en drie bouwlagen onder een hoog mansardedak (nok parallel aan de Dahliastraat, leien). Opgetrokken met een structuur uit gewapend beton, heeft het gevelfront een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband. Witte natuursteen en simili zijn gebruikt voor lateien, vensterposten, gevelstenen en ornamenten, blauwe hardsteen voor de hoge plint met kwartronde afzaat, de bewerkte inkomportalen en lekdrempels. Symmetrisch van opzet, wordt de opstand gemarkeerd door twee smalle, hoger opgetrokken hoekrisalieten. Beide onderscheiden zich door een inkomportaal met bewerkte imposten, een over de bovenverdiepingen oplopend spaarveld, rechthoekige tweelichten, een gevelsteen en een kepervormige bekroning. Versierd met bloemenranken dragen de gevelstenen een wapenschild, links met een ster in stralenkrans zijnde het embleem van de Broeders van de Christelijke Scholen, rechts met een Duitse adelaar zijnde het wapen van Sint-Henricus (Henricus van Bamberg of de Ottoonse keizer Heinrich II). De brede tussenliggende traveeën worden over de eerste twee bouwlagen geritmeerd door oplopende spaarvelden en kolossale pilasters met gebeeldhouwde cartouches, daar waar de derde bouwlaag vlak behandeld is. De drie cartouches verbeelden Wetenschappen (globe en sterrenkijker), Handel (zeilschip) en Kunsten (ganzenveer in inktpot en lier). Verder registers van drielichten op lekdrempels, borstweringen geaccentueerd door casementen en decoratieve metselverbanden, en gevelstenen met het opschrift “ST.-HENRICUS INSTITUUT ANNO 1929” in de twee middentraveeën. Een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; rechthoekige houten dakkapellen met drielichten. De ijzeren inkomdeuren en souterraintralies zijn bewaard, het oorspronkelijke houten vensterschrijnwerk met kleine roeden in het bovenlicht is vernieuwd. De achtergevel op de speelplaats met een aangebouwde annex voor het noordelijke trappenhuis, beantwoordt verder aan dezelfde karakteristieken wat materiaalgebruik en ordonnantie betreft, in een licht versoberde uitvoering.
Het gebouw op een rechthoekige plattegrond wordt ontsloten door een eerste trappenhuis in de annex op de noordoosthoek en een tweede inpandig trappenhuis in de zuidoosthoek. Volgens de bouwplannen herbergt het souterrain de refter met keuken en provisiekelder, de stookplaats met kolenkelders en een laboratorium met bergplaats. De begane grond bestaat uit de zijdelings ingeplante inkomhal, en vier aanpalende klaslokalen verbonden door een gang aan straatzijde. Volgens hetzelfde principe omvatten ook de twee bovenverdiepingen vier klaslokalen. Het mansardeniveau wordt over de volledige oppervlakte ingenomen door de overwelfde feestzaal met het toneel aan de zuidzijde.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Sint-Henricusgesticht [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313655 (geraadpleegd op ).
Schoolgebouw met aan de Dahliastraat een vleugel in art deco, gedateerd 1929.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Sint-Henricusgesticht [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7421 (geraadpleegd op ).