Woning van de geestelijk directeur van het klooster, naast het klooster gebouwd in 1863. Alleenstaande woning met voor- en achtertuin. Bakstenen dubbelhuis met symmetrische aanleg; drie traveeën met twee bouwlagen onder schilddak (kunstleien, nok loodrecht op de straat) geflankeerd door zijtravee van één bouwlaag onder lessenaarsdak en met verhoogde hoeklisenen. Licht uitspringende hoofdvolume afgelijnd door baksteenfries onder verkropte houten kroonlijst. Getoogde vensters met bewaard houtwerk, luiken op begane grond. Centrale deurtravee tussen lisenen en accentuerende hardstenen deuromlijsting verrijkt met reliëfdecoratie in de driehoekige frontonbekroning. Vernieuwd interieur. Bakstenen tuinmuur geleed door lisenen en met baksteenfries onder pannen ezelsrug.