Burgerhuis in Louis-Philippestijl volgens de bouwaanvraag uit 1861 opgetrokken in opdracht van Louis Meyer. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Rijwoning met enkelhuisopstand van vier traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak (nok loodrecht op de straat, pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op een plint uit blauwe hardsteen waarin getoogde keldermonden. Horizontaal geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een twee traveeën breed balkon met voluutconsoles, waarvan de balustrade is verwijderd. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, oorspronkelijk met omlijste, rechthoekige deur- en vensteropeningen op doorgetrokken lekdrempels in de pui. Verkleinende registers van spiegelbogige bovenvensters met geprofileerde dagkanten, gevat in geriemde omlijstingen met oren en een stucsleutel. De eerste verdieping onderscheidt zich door een borstwering met postamenten, casementen en doorgetrokken lekdrempels, de tweede verdieping door individuele lekdrempels en gietijzeren parapetten. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, met casementen in de fries en bewerkte, uitgelengde voluutconsoles onder de vernieuwde kroonlijst. De begane grond is verbouwd.

Twee rijhuizen, van respectievelijk drie en vier traveeën en drie bouwlagen. Bepleisterde en beschilderde bovengevels in Louis-Philippestijl opklimmend tot circa 1860 zie de geriemde vensteromlijstingen, respectievelijk rechthoekig met afgeronde bovenhoeken en spiegelboogvormig met oren, typische stucwerksleutels, krullige consoles en omlopende tandlijst alternerend met panelen van het fries.

Nummer 14 met balkon in zelfde stijl. Aangepaste begane grond.